logo
banner


Informatie over Brusselse bronnen

De bronnen van de vallei van de Woluwe (stroomafwaarts)




Fotoalbum van de bronnen van de vallei van de Woluwe (stroomafwaarts) >>

  • Bronnen, Hof ter Musschen (Sint-Lambrechts-Woluwe)

    Film >>

    In het beschermde natuurgebied Hof ter Musschen, aan de voet van de oostelijke dalwand, komt op verschillende plaatsen grondwater aan de oppervlakte dat het rietveld en het vochtig weiland daaronder voedt.

  • Bron, Vellemolenpad (Sint-Lambrechts-Woluwe)

    Het pad dat hier kaarsrecht langs de Woluwe loopt, dankt zijn naam aan een watermolen (de Vellemolen). De naam van het pad herinnert dus aan een molen die ooit, in de 18ème eeuw, de volmolen van een leerlooierij aandreef. Ruim vijftig meter vóór de plaats waar de molen zich ooit bevond, loopt een krachtige stroom water over in de Woluwe, vanuit een kleine vijver achteraan in een tuin. Dat betekent wellicht dat die vijver voortdurend gevoed wordt door een (of meer) bronnen ... Dat hebben we helaas niet zelf kunnen zien aangezien we geen toegang hadden tot het privéterrein.

  • Bron, Lindekemalemolen (Sint-Lambrechts-Woluwe)

    Film >>

    Aan de voet van de Lindekemalemolen stroomt helder water uit een klein metalen bekken, versierd met een mooie bewerkte plaat. Het bekken wordt het hele jaar door gevoed en gevuld met een overvloedige stroom grondwater. De overloop van het bekken komt onmiddellijk terecht in de Woluwe, die hier langs de watermolen stroomt. Tegenover de molen ligt nog een ander oud gebouw. Daarin was ooit een brouwerij gevestigd die het rivierwater gebruikte om haar geestrijke drank mee te brouwen.

  • ‘Sint-Lambrechtsbron’ (Sint-Lambrechts-Woluwe)

    Achter het Woluwe Shopping Center, in het Sint-Lambrechtspark, ligt een mooi drassig gebied met zeer helder water. Het gaat hier namelijk om water dat rechtstreeks wordt aangevoerd vanuit de grondwaterlaag, via een of meerdere bronnen en kwelwater. Aan het andere uiteinde van het parkje bevond zich tot voor kort brasserie Le Pré aux Sources. We weten echter niet zeker of die naam verwijst naar de bronnen en het kwelwater dat aan de voet van deze flank van het Woluwedal aan de oppervlakte komt. De naam van het park en van de gemeente herinnert ook aan de heilige Lambertus, bisschop in onze contreien tijdens de Hoge Middeleeuwen. Volgens de legende deed hij een bron ontspringen door met zijn staf op de grond te slaan. Ergens in Belgisch Limburg ligt er trouwens een mooi aangeklede Lambertusbron. En in de betere drankenhandel is een gebotteld water verkrijgbaar dat Eau de source Saint-Lambert werd gedoopt. Het wordt geproduceerd in de Franse regio Ile-de-France in de gemeente Saint-Lambert-des-Bois, waarvan onze nationale Lambertus ook de beschermheilige is.

  • Bron van de Struykbeek (Sint-Lambrechts-Woluwe)

    Film >>

    Vlakbij de sportvelden van het Fallonstadion, langs een klein weggetje, borrelt het water op dat de Struykbeek voedt. Oorspronkelijk lag de bron van deze beek nog verder stroomopwaarts ten opzichte van deze vallei, die loodrecht op de vallei van de Woluwe ligt.

  • Maloubron (Sint-Lambrechts-Woluwe)

    Onder aan het Maloukasteel (dat zijn naam ontleende aan de voormalig eerste minister die in het kasteel woonde) bevindt zich een oud bekken in blauwsteen. Het heeft een diameter van ongeveer een meter en wordt gevoed door grondwater. Het water zet zijn tocht enkele meters via een leiding verder en stroomt daarna in de grote vijver van het Maloupark, waar ook de Woluwe doorheen stroomt.

  • Bron tussen Maloupark en Bronnenpark (Sint-Lambrechts-Woluwe)

    Deze onopvallende bron ligt op slechts enkele meters van een houten platform tussen de rivier en het pad, in de richting van privétuinen. Hij voedt er een klein stroompje dat een tiental meter verder reeds uitmondt in de Woluwe.

  • Bron Terbronnenpark (Sint-Lambrechts-Woluwe)

    Het Bronnenpark dankt zijn naam aan de aanwezigheid van de bronnen die gedeeltelijk in een bosachtige omgeving met vochtige ondergrond ontspringen. Dit domein was vroeger privé-eigendom en is nog van de familie Solvay geweest. Uit de bronnen komt een stroompje voort dat in de parkvijver uitmondt, waarvan de overloop in de Woluwe stroomt. Ook in een ander bosrijk deel van het park, grenzend aan een mooi rietveld zijn zeven zones met kwelwater gemakkelijk te herkennen. Het water dat er aan de oppervlakte komt vormt telkens een lichte inzinking in het terrein (zeven in totaal) die enkele meters naar beneden zakt. Vervolgens belandt het water in het rietveld dat op die manier permanent van water voorzien wordt.

  • Bron, Parmentierpark (Sint-Pieters-Woluwe)

    Het water uit deze traag stromende bron heeft een oranje kleur, wat wijst op de aanwezigheid van ijzer in de bodem. De bron geeft aanleiding tot een bescheiden beekje dat – voor zover ons bekend is – geen naam draagt. Het eerste deel van de bedding van het beekje staat vaak droog maar wordt ook gevoed door regenwater dat van de nabijgelegen wegen afstroomt. Daarna stroomt het beekje door de volledige lengte van het Parmentierpark, door twee vijvers, en dan mondt het uit in de Woluwe. Het gelijkmatige, flinke debiet van de beek tussen de eerste en de tweede vijver doet vermoeden dat hier nog andere bronnen (of kwelwater) aanwezig zijn, onder het wateroppervlak van de vijvers. Die werden aan het eind van de 19e eeuw aangelegd op moerassige gronden, op initiatief van de eigenaar van het landgoed, Edmond Parmentier.

  • Bronnen, Woluwepark (Sint-Pieters-Woluwe)

    Film 1 >>
    Film 2 >>

    Het Woluwepark is een landschapspark in Engelse stijl dat dateert van eind 19e eeuw en waarin zich een hele reeks vijvers en bronnen bevinden. Zo stroomt door de Denis-vijver en de Lange Vijver een zijriviertje van de Woluwe, genaamd de Bemel. Tussen die beide vijvers ligt de Ronde Vijver, die gevoed wordt door drie mooie bronnen en kwelwater. Het water van deze bronnen stroomt telkens een tiental meter over de bodem, door een vochtig weiland langs de grote waterpartij, om uiteindelijk in de vijver terecht te komen ter hoogte van een eilandje. De overloop van de Ronde Vijver komt in de Woluwe terecht, die aan de andere kant van de vijver stroomt.

  • Bronnenzone, grote Mellaertsvijver (Sint-Pieters-Woluwe)

    Film >>

    In een grasveldje langs de vijver, vlakbij een dennenbosje, borrelen verschillende bronnen en kwelwater uit de grond. Al dat water loopt een paar meter van het wandelpad samen en mondt dan in de vijver uit.

  • Bronnen en kwelwater, Hertoginnedal (Oudergem)

    Het domein Hertoginnedal is sinds 1930 eigendom van de Koninklijke Schenking en dankt zijn naam aan een priorij van Dominicaanse zusters die in de 13e eeuw werd gesticht door hertogin Aleidis van Bourgondië. Sinds de 12e eeuw torent de Romaanse Sint-Annakapel boven het domein uit. Aan de voet van een steile flank van de vallei ontspringen heel wat bronnen en kwelwater… Toevallig? In België en Frankrijk worden verschillende bronnen in verband gebracht met de moeder van de maagd Maria, zoals in Laken bijvoorbeeld het geval is met de Sint-Annafontein. De vele kalk-zandsteenconcreties in de bronnen en het kwelwater wijzen op de geologische samenstelling van de bodem, waarin het grondwater zich een weg baant alvorens weer aan de oppervlakte te verschijnen. Dat heldere water voedt de twee vijvers die de kloosterzusters hier aanlegden en waarin nog steeds, net als vroeger, karpers rondzwemmen. Lang geleden vormden die al een lekkernij voor de bewoners van deze vallei.

Terug naar 'Dossier - Brusselse bronnen' >>


De bronnen van de vallei van de Roodkloosterbeek (Oudergem)




Fotoalbum van de bronnen van de vallei van de Roodkloosterbeek (Oudergem) >>

  • Bronnen, Jean Massart Tuin

    "De vochtige zone van de Massart Tuin staat los van de vijvers van het Rood Klooster. De bronnen die de tuin van water voorzien, bevinden zich in het gebied zelf. Het zijn korstvormende, kalkrijke bronnen waarvan het water langzaam en in alle richtingen uit de grond borrelt. Het zijn kalkrijke bronnen omdat hun water rijk is aan opgeloste kalk, en we spreken van korstvormende bronnen omdat er aanzienlijke hoeveelheden CO2 uit het water in de open lucht vrijkomen waardoor het calcium op de bodem neerslaat als een korst van vast calciumcarbonaat. Dat resulteert in een afzettingsgesteente: tufsteen. (…) Datzelfde type gesteente, ook wel travertijn genoemd, werd gebruikt voor de bouw van Romeinse monumenten zoals het Colosseum in Rome!" (Bron: Leefmilieu Brussel en ULB)

  • Bronnen, domein van de voormalige priorij van het Rood Klooster

    In deze goed bewaard gebleven vallei waar de Roodkloosterbeek (een zijrivier van de Woluwe) stroomt, werd het bronwater al heel vroeg opgevangen en gebruikt door de monniken die zich er in de tweede helft van de 14e eeuw kwamen vestigen. Ze gebruikten het water voor verschillende doeleinden, in het kader van hun zelfvoorzienend leven (ziekenboeg, tuin en moestuinen, fonteinen, enz.).

    • Bronnen, Kleine vijver van de Lange Gracht
      De Kleine vijver van de Lange Gracht ligt tussen de muur rond de voormalige priorij van het Rood Klooster en de Grote vijver van de Lange Gracht. Door de ‘kleine vijver’ stroomt de Roodkloosterbeek, en de vijver wordt ook gevoed met het water van onder andere de Neerhofbron (die op het domein van de priorij ligt). Op nauwelijks een paar meter van de vijver liggen nog twee andere bronnen, die ook hun water naar de vijver dragen. Op een twintigtal meter van de waterkant, aan de rand van het bos, bevindt zich bovendien een ijskelder. Die herinnert eraan dat het ijs dat zich in de winter op de vijver vormde, lang geleden verzameld werd in een ijskelder om het daarin opgeslagen voedsel te bewaren.

    • Neerhofbron
      Deze bron wordt beschermd door een rooster en bevindt zich in het boerderijgedeelte van de voormalige priorij, tegen de muur van het kunstencentrum. Het debiet is tegenwoordig heel laag en was waarschijnlijk ook vroeger al onvoldoende om te de grote vraag naar water in het klooster te kunnen beantwoorden. Aan de andere kant van het gebouw bevonden zich overigens reservoirs, die destijds werden gevoed door een ingenieus systeem voor wateraanvoer, dat bij recente archeologische opgravingen werd ontdekt.

    • Bronwater voor de 3 visvijvers

      Film >>

      Aan de achterzijde van het imposante Priorhuis zijn drie visvijvers gereconstrueerd aan de hand van oude kaarten en gravures. Oorspronkelijk werden ze gevoed door de grondwatertafel die aan de oppervlakte komt, maar intussen is er een ‘bron’ met groot debiet nodig als aanvulling op de watervoorziening uit de watervoerende laag, die op zichzelf immers onvoldoende water kan leveren. Het water dat hier uit de grond opborrelt, komt via een buizenstelsel uit de Steenborre, die boven het Molenaarshuis ligt, tegen de muur rond het domein.

    • Steenborre
      De Steenborre ligt boven het Molenaarshuis, tegen de buitenmuur van het domein. De bron zou haar naam danken aan de steengroeven die aan deze kant van de muur werden uitgebaat om de gebouwen van de Priorij te kunnen optrekken. De Steenborre ligt verborgen onder metalen platen en heeft een heel hoog debiet. Het water wordt van onder de heuvel aangevoerd door een buis, op zo’n vijftien meter van de muur rond het domein. Onder het putdeksel bevindt zich een oud reservoir uit steen. Het werd aangelegd door de monniken om bronwater op te vangen. Sinds 2010 voedt het water, puur door de werking van de zwaartekracht, opnieuw de prachtige fontein op de binnenplaats, naast de Portierswoning.

    • Bron, sierbekken
      Verscholen tussen enkele struiken in een hoek van de ommuurde priorij, dicht bij het molenaarshuis, ligt een mooi rechthoekig sierbekken met zeer helder water. Via de overloop van het bekken loopt een heel regelmatige waterstroom naar de Roodkloosterbeek (die hier overwelfd is), wat erop wijst dat het bekken zelf voortdurend gevoed wordt: de lichte vlek boven in het bekken (zand uit de ondergrond), op de bodem ervan, geeft aan waar de bron zich precies bevindt.

    • Bron, Huis van de Molenaar
      Achter het huis van de molenaar, enkele meters voordat de Roodkloosterbeek onder de grond verdwijnt, stroomt er permanent water uit een grote opening aan de voet van een muur. Dit water komt waarschijnlijk van de nabijgelegen Steenborre, aan het uiteinde van een oude kanalisatie die in verbinding staat met de grondwatertafel. Bij de uitgang van de bron is er wat oranjekleurig kiezel en zand te zien, wat een aanwijzing geeft over de ondergrond waar het water is door gelopen alvorens aan de oppervlakte te verschijnen.


  • Permanente bronnen in het Zoniënwoud

    In het Zoniënwoud in Brussel zijn er vijf belangrijke permanente bronnen bekend. Drie daarvan voeden de Roodkloosterbeek, terwijl de andere twee in Bosvoorde voortvloeien in twee kleine beekjes, die samen dan weer het begin vormen van de Woluwe. Er zijn ook kleinere, niet-permanente bronnen, langs beken of op de bodem van vijvers. Die bronnen en dat kwelwater dat op de bodem van de bosvalleien opborrelt, zijn het gevolg van de grondwaterspiegel die er aan de oppervlakte komt. Die grondwaterlaag wordt gevoed door regenwater en bevindt zich in een laag doorlaatbaar bruxelliaans zand die op haar beurt op een laag ondoordringbare ieperiaanse klei ligt. Het zand in de ondergrond van het bos is trouwens zichtbaar in de bedding van de beek.

    • Keizersbron
      De Keizersbron ligt aan het einde van een houten pad, aan de voet van een steile helling van het dal dat bekend staat als de Vallon des Grandes Flosses. Het water borrelt hier heel rustig uit de grond en heeft door de eeuwen heen een mooie inzinking in het landschap uitgeschuurd. De bron zou haar naam danken aan keizer Karel V die hier naar het schijnt graag zijn dorst kwam lessen wanneer hij in de 16e eeuw in dit deel van het bos op herten en everzwijnen kwam jagen. Mogelijk heette de bron in het Frans vroeger La source aux clabots. Het is niet zeker wat die naam betekende maar hij leeft alleszins verder in de benaming van de twee vijvers verderop stroomafwaarts.

    • Bosgeestbron
      Een paar honderd meter stroomopwaarts van de Keizersbron ligt de Bosgeestbron, die gemakkelijk te vinden is dankzij het stenen monument dat hier in 1936 werd opgericht voor René Stevens. Die schilder en dichter richtte in 1909 de vereniging van De Vrienden van het Zoniënwoud op. De Franse naam van de bron is Source du Sylvain: René Stevens werd door zijn vrienden immers Sylvain genoemd, naar een Romeinse god en beschermer van bossen en velden.
      Dit is overigens niet de oorspronkelijke bron van de Roodkloosterbeek, aangezien de beek nog hogerop in het bos in het Vlaams Gewest ontspringt.

    • Dry Borrenbron
      De derde permanente bosbron van de vallei, de Dry Borrenbron, ligt aan de andere kant van het viaduct langs de Drieborrenweg, in de gelijknamige vallei, tegenover een oud jachtpaviljoen. De naam van de bron zou verwijzen naar drie bronnen die zich hier ooit bevonden maar waarvan er inmiddels twee verdwenen zouden zijn. Volgens sommigen bestaan die drie bronnen nog steeds maar het is moeilijk om ze heel precies te lokaliseren. Ze zouden vlak naast elkaar liggen, op één en dezelfde plek waar het water daadwerkelijk uit de grond opborrelt door een zeer brede opening. De bron voedt de Dryborrenbeek die een beetje verder stroomopwaarts ontspringt, in Vlaanderen, en die aan de andere kant van het viaduct in de Kleine Klabotsvijver uitmondt. Tot in de 18e eeuw werd dat water opgevangen en afgeleid naar de priorii van het Rood Klooster, door een houten buis. Een paar tientallen meters voor de autostrade voedt twee kleinere bronnen ook de waterloop.

    • Bron, Grote Flossendelle

      Film >>

      Deze bron met een minder groot debiet bevindt zich in het stroomafwaartse gedeelte van het natuurreservaat Grote Flossendelle. In de loop der tijden heeft haar water een smalle maar diepe voor uitgesleten, die zich na een meter of acht verenigt met de Roodkloosterbeek. De omtrek van de bron is gemetseld met stenen, waarschijnlijk afkomstig van een nabije steengroeve, aldus een kleine put vormend van ca. 50 cm diep. Deze bescheiden aanleg is mogelijk een overblijfsel van de moestuin die de monniken hadden aangelegd op de bodem van een vijver die, bij gebrek aan onderhoud, was verland.


Terug naar 'Dossier - Brusselse bronnen' >>


De bronnen van de vallei van de Woluwe (stroomopwaarts, Watermaal-Bosvoorde)




Fotoalbum van de bronnen van de vallei van de Woluwe (stroomopwaarts, Watermaal-Bosvoorde) >>

  • Kleine Wijngaardbron (Oudergem)

    Deze bron hebben we gevonden aan het begin van een vijftig meter lange sloot vol helder water, die zich uitstrekt langs een reeks privétuinen, aan de rand van een grote parkeerplaats. De bron dankt haar naam aan de Kleine Wijngaardstraat, de smalle straat aan de andere kant van de tuinen. Tot 1916 heette die nog de Wijngaardstraat. Dat toponiem heeft echter niets te maken met een kleine wijngaard op deze plaats, maar zou verwijzen naar een vroegere buurtbewoner, een zekere meneer Weygaert, wiens naam mettertijd verbasterd zou zijn tot Wijngaard. Tegenwoordig stroomt het water van deze bron naar de riolering maar tot aan het begin van de 20e eeuw voedde deze bron de Watermaalbeek. Die stroomde op enkele tientallen meters hiervandaan alvorens in de Woluwe uit te monden. Aan het begin van de 19e eeuw telde de Kleine Wijngaardstraat nog een twintigtal blekerijen, waarvan enkele misschien gebruikmaakten van dit bronwater.

  • Bron, Ter Coignepark

    Deze bron ontspringt in een klein rond stenen bekken dat beschermd wordt door een rooster. Ze voedt de vijver van het Ter Coignepark en verderop ook de Watermaalbeek, een zijrivier van de Woluwe.

  • Bronnen, privé vijver

    Op een privédomein naast het Reigerbospark borrelen twee bronnen uit de grond op, aan de voet van een hoge steile berm. Beide bronnen voeden een fraaie vijver, niet ver van de bedding van de Watermaalbeek.

  • Kwel, Eendepoel

    Deze kleine vijver werd in 1979 uitgegraven in een moerassig gebied en kreeg de ietwat laconieke naam van Eendepoel. Zij bevindt zich in het Reigersnestpark, dat in 1997 werd ingehuldigd. Gelegen onderaan een talud, wordt de vijver gevoed door 5 kwelgebieden. Het wegvloeiende water van twee hiervan heeft in de loop der tijden twee indrukwekkende depressies uitgegraven. Het zijn dus niet echt bronnen in de zin dat het water op één welbepaalde plek uit de grond komt, maar eerder verspreid, waardoor een modderig oppervlak wordt gevormd. Terloops: ook ‘de bronnen van de Zenne’ waaruit de iconische rivier van Brussel ontstaat, zien er net zo uit! De overloop van de Eendepoel vloeit vervolgens naar de Watermaalbeek (eertijds ook Veeweydebeek genaamd), welke in de jaren ’90 opnieuw werd open gelegd en gevoed wordt door bronnen en kwellen die voordien werden afgevoerd naar de riolering.

  • Bronnen, Ten Reukenpark

    Film 1 >>
    Film 2 >>
    Film 3 >>

    Dit mooie landschapspark met kronkelende wegen werd begin 20e eeuw aangelegd op een stuk grond dat vroeger deel uitmaakte van het Zoniënwoud. Dat is alleszins waar het toponiem Ten Reuken (‘opengekapt terrein’) op wijst. De vijver wordt doorkruist door de Woluwe en wordt gevoed door drie bronnen (en enkele onder het wateroppervlak van de vijver) en grote kwelwaterzones. Dat water borrelt op aan de voet van de berm langs de oostelijke oever van de vijver. Hier kunnen we terecht spreken over een heuse bronnenlijn. Deze bronlijn valt samen met de gemeentegrens tussen Oudergem en Watermaal-Bosvoorde.

  • Bron, Tenreukenstraat

    Deze intermitterende bron bevindt zich langs de Tenreukenstraat, aan het einde van de vijver en bij de ingang van de voormalige Axa-vestiging. Haar water komt uit in een brede gracht die ook door het opstijgende water uit de grondwaterlaag wordt gevoed. De gracht loopt een zeventigtal meter langs de vijver en de openbare weg. Via een mooie doorstroomopening in metselwerk kan het water onder de weg door vloeien, waarna het in de waterval van het Tenreukenpark uitkomt. Bij die waterval stond vroeger een watermolen die de voormalige distilleerderij L'Espérance van water voorzag.

  • Bronnen, kasteeldomein Morel

    Film >>

    Het kasteel Morel (eertijds gekend als kasteel Reigersbos) en het uitgestrekte privédomein gelegen langsheen de Vorstlaan in de Woluwevallei, werd in de 19de eeuw aangelegd op een perceel Zoniënwoud dat door de Générale Maatschappij werd verkocht. Aan het begin van de 20ste eeuw werd het park uitgebreid en heraangelegd. De moerassige vallei in het westen van het domein (evenwijdig met de laan) werd gevuld en de bronnen werden bij die gelegenheid gecapteerd en langsheen rotspartijen geleid. Vandaag de dag komt het bronwater nog steeds uit de grond, aan de voet van een beboste helling langsheen de Vorstlaan. Ze voeden twee-drie kleine beekjes die het water naar de Woluwe voeren, die hier deels ondergronds en deels in open lucht stroomt.

  • Bron, Leybeekpark

    Film >>

    Deze bron met zijn ijzerkleurige water bevindt zich aan de kop van de eerste vijver die ze voedt. Beide vijvers werden aangelegd door landschapsarchitect René Pechère voor Expo 58. De naam van het park herinnert aan een oude zijrivier van de Woluwe, de Leybeek. ‘Ley’ is een oud woord voor lelie, een plant met gele bloem die typisch is voor drassige gebieden en die het symbool is van het Brussels Gewest.

  • Bronnen, Tournay-Solvaypark

    Film >>

    Langs de prachtige vijver van het Tournay-Solvaypark liggen aan dezelfde kant en op enkele meters van elkaar drie bronnen die de vijver voeden. Door die vijver stroomt overigens de Karregatebeek, waaruit later de Woluwe ontstaat. Twee andere bronnen in dit park dragen hun water naar een vijvertje dat iets lager dan de grootste vijver ligt. Ook door die vijver stroomt de Karregatbeek.

  • Bronnen, Internationale School / Vuursteendomein

    Film 1 >>
    Film 2 >>

    Op het punt waar de Vuylbeek ontspringt, aan de voet van het indrukwekkende spoorwegtalud dat de vallei afsluit, vermeldt de Vandermaelenkaart (midden 19e eeuw) een bron met een merkwaardige naam: de Zaveldambron. Tot op vandaag ligt op min of meer dezelfde plaats een bron met een aanzienlijk debiet die de beek voedt die hier over het domein van de Internationale School van Brussel, aan de rand van het Vuursteendomein, stroomt. Iets verder stroomafwaarts maar nog steeds op hetzelfde privédomein, dragen twee andere bronnen hun water over aan de Vuylbeek. Die bronnen laten zich gemakkelijk vinden door het Brusseliaanzand dat ze afzetten. Verder ontvangt de Vuylbeek ook nog het water van een kleine ijzerhoudende bron die ontspringt aan de voet van een laag muurtje, enigszins verborgen onder het gebladerte van een beuk.

  • Bronnen van de Kluizenaarsvijver

    Twee bronnen bevoorraden de Kluizenaarsvijver in het Zoniënwoud. Deze vijver wordt door een pad in twee gedeeld en wordt ook doorkruist door de Vuylbeek. De meest stroomopwaarts gelegen bron, die twee meter van de vijver ligt verraadt zich door de grote hoeveelheid Brusseliaan zand die zijn water daar heeft meegebracht. De andere bron bevindt zich op een afstand van ongeveer 8 meter van het tweede deel van de vijver dat wordt gedomineerd door een eiland. Halverwege het geultje dat het water heeft gegraven, verschijnen regelmatig enkele zandwolkjes: we kunnen dus spreken van een bron in de bron. De aanvoer van water van deze twee bronnen met een belangrijk debiet was meer dan genoeg om de dorst te lessen van de vrome man die zich in de middeleeuwen in dit deel van het bos had teruggetrokken en die zijn naam aan de vijver gaf.

  • Vuylbeekbron

    Film >>

    De Vuylbeekbron is een van de 5 permanente bronnen in het Zoniënwoud (op het grondgebied van Brussel) en is een van de bosbronnen die de Woluwe vormen. Die bronnen en het kwelwater op de bodem van de valleien in het Zoniënwoud zijn het gevolg van de grondwaterspiegel die op die plaats in het Zoniënwoud net onder het oppervlak ligt. Die grondwaterlaag wordt gevoed door regenwater en bevindt zich in een laag doorlaatbaar bruxelliaans zand, die op haar beurt op een laag ondoordringbare ieperiaanse klei ligt. Het zand in de ondergrond van het bos is trouwens zichtbaar in de bedding van de beek.
    De bron van de Vuylbeek voedt de gelijknamige beek die samen met de Karregatbeek en de Zwaanewijdebeek uitmondt in de vijver van Bosvoorde en zo de Woluwe vormt. De naam Vuylbeek is verwarrend. Die naam slaat eigenlijk niet op het water (dat juist erg zuiver is) maar eerder op bepaalde delen van de bedding die roestkleurig zijn door de aanwezigheid van ijzererts in de ondergrond van deze vallei.

  • Verdronken Kinderenbron

    Film >>

    De bron van de Verdronken Kinderen, die vlakbij het Ijsvogelpad ligt, ziet er meestal uit als een modderpoel. De bron is genoemd naar het dal waarin ze zich bevindt en waarvan de naam heel wat wandelaars intrigeert. Volgens een legende uit de 18e eeuw zouden de drie zonen van een houthakker hier op dezelfde dag verdronken zijn… Maar in werkelijkheid verwijst de naam helemaal niet naar een verdrinking, maar naar de kinderen van een molenaar en hun familienaam, 'Verdroncken'. Het beekje dat uit de bron ontstaat, loopt al gauw over in de Karregatbeek.

  • Bronnen, Bezemhoek-wijk

    Aan de rand van de wijk die bekend staat als de Bezemhoek moet een bron gelegen hebben waarvan de naam nog steeds doorklinkt in een straatnaam en een bushalte, de ‘Heiligenborre’ (‘heilige bron’). Hoewel de bron verdwenen lijkt, borrelt er op twee of drie plaatsen nog steeds water uit de grond, op een goede honderd meter van de vermoedelijke ligging van de Heiligenborre. Op een stuk grond dat eigendom is van de kerkfabriek, achter een religieus gebouw, voeden die bronnen een beekje dat uitmondt in de Zwanewijdebeek. Die stroomt langs een terrein dat in ere hersteld werd door een vrouw uit de wijk. In de winter is de activiteit van een van de bronnen goed zichtbaar in de vorm van kleine wolkjes zand die gevormd worden in het opborrelende water.

Terug naar 'Dossier - Brusselse bronnen' >>


De bronnen van de vallei van de Kerkebeek (Evere)




Fotoalbum van de bronnen van de vallei van de Kerkebeek (Evere) >>

  • Bron en kwelwater, ‘Walckiers’ (Schaarbeek)

    Deze bron ontspringt bovenaan een vallei in een groengebied dat bekendstaat als ‘de Walckiers’. Het gebied dankt zijn naam aan Adrien-Ange de Walckiers die zich hier rond 1765 met zijn gezin vestigde. In die tijd bevond zich hier - behalve een kasteel - een prachtig aangelegde tuin met drie mooie rechthoekige vijvers en een fontein, die waarschijnlijk gevoed werden door bronwater. Na 1802 kwam het landgoed in handen van verschillende opeenvolgende eigenaars, en in 1891 werd het eigendom van de Zusters van de Heilige Familie. Toen rond 1928 het vormingsstation van Brussel werd gebouwd, raakte het terrein verdeeld, waarna de nog overblijvende, grote vijver nog maar half zo groot was. In de jaren 1950 leidde een (afgevoerd) project voor de aanleg van een autosnelweg tot de onteigening van het grootste deel van het domein. Door de aanvoer van tonnen grond werden de natte zones gedempt en verdwenen ze uiteindelijk, net als bijna heel de vijver. Dankzij de tussenkomst van de MOB (een natuurvereniging die op het terrein actief is) is de Walckiers intussen geklasseerd en heeft het de wettelijke status van biologische waardevol groengebied! De prachtige moerassige vallei (die gespaard bleef bij de grondwerken), waar bronwater en verschillende stroompjes kwelwater doorheen lopen, verdient het dubbel en dik om beschermd te worden. Het bron- en kwelwater vormen hier een beekje dat uitmondt in wat er nog overblijft van de vijver. De overloop van die vijver stroomt door een buis. Die loopt niet, zoals vroeger, naar de Kerkebeek maar eindigt helaas in een afvalwatercollector.

  • Bronnen van de Kerkebeek

    Film 1 >>
    Film 2 >>

    De bron van de Kerkebeek ontspringt onderaan een oude NMBS-watertoren die al jaren in onbruik is, op 300 m van de Sint-Vincentiuskerk. Een stenen opbouw en een stuw geven aan waar deze bron zich bevindt. Je ziet er ook wit zand. Het opborrelende water is eerst doorheen de ondergrond van het reliëf gepasseerd dat gedeeltelijk uit zand van Brussel bestaat en heeft dit zo naar boven gestuwd. In de buurt kan je 17 andere kleine bronnen met een beperkter debiet opmerken. Je herkent ze aan de kleine verzakkinkjes die ze op de helling van de vallei veroorzaken en aan het waterstraaltje dat eruit stroomt. We merken op dat het afval van een voormalige vuilnisbelt nog in de ondergrond aanwezig is. Hierdoor raakt het water dat door het afval sijpelt - en daarmee dus ook het bronwater - waarschijnlijk verontreinigd.

  • Doolegtbron

    De Doolegtvijver wordt gevoed door de gelijknamige bron die in een klein bosje aan de voet van een muurtje ontsprong. Oorspronkelijk stroomde dit water in open lucht naar de Kerkebeek, maar vandaag verdwijnt het bij de uitgang van de vijver in een riool. Daar vermengt het zich met afvalwater dat naar een waterzuiveringsstation wordt gevoerd. De naam Doolegt wordt al in een tekst uit 1662 vermeld en komt ook terug in de naam van de straat langs het park. ‘Doolegt’ komt van het Middelnederlandse 'doolage' (ook wel gespeld als 'dolege' of 'dootlaeck'), dat ‘drassige grond' of 'moeras' betekent, en dus wijst op het type bodem. Tot op vandaag is dit op verschillende plaatsen een nat gebied, waar de grondwatertafel nog steeds aan de oppervlakte komt.

Terug naar 'Dossier - Brusselse bronnen' >>


De bronnen van de vallei van de Maalbeek




Fotoalbum van de bronnen van de vallei van de Maalbeek >>

  • Minneborre (Schaarbeek)

    Film 1 >>
    Film 2 >>
    Film 3 >>

    "Deze bron ligt in het Josafatpark en voedt de Roodebeek (ook wel de Josafatbeek genoemd), een zijrivier van Maalbeek. Oorspronkelijk heette de Minneborre Rinneborre (= levende bron). De oudste vermelding dateert van 1350 en het is pas in het midden van de 19e eeuw dat de naam Minneborre opduikt. Die gaf aanleiding tot allerlei romantische legendes." (Bron: Hans Welens)
    Meer weten >>

  • Bron, Sint-Joostkerk (Sint-Joost-ten-Node)

    Film >>

    Tegenover de Sint-Joostkerk, in een ondergrondse parkeergarage tussen de Pacificatie-, De Bruyn- en Willemsstraat, borrelt het water op 2 verschillende plaatsen zomaar uit de grond. Via meterslange kanaaltjes wordt het water verzameld en naar de riolering gepompt. We bevinden ons hier in de Maalbeekvallei, vlakbij waar ooit de beek stroomde. De bronnen kwamen hier vroeger wellicht in uit, voordat de beek werd overwelfd in de tweede helft van de 19de eeuw. Was hier ooit een bron gewijd aan Sint-Joost? In ieder geval staat deze 7de eeuwse Bretoense kluizenaar er voor bekend dat hij op miraculeuze wijze twee bronnen deed ontspringen met zijn staf, toen zijn metgezel en zijn honden dorst hadden. In Anderlecht werd een soortgelijk mirakel verricht door de lokale Heilige Guido uit de 10de eeuw. Zijn bron is echter in de jaren ’50 van de vorige eeuw verdwenen...

  • Bronnen en kwelzones in het Leopold (Brussel)

    Film >>

    In de dichtbebouwde wijk van het Europees parlement en andere dominerende gebouwen, vormt het Leopoldpark een laatste overblijfsel van de Maalbeekvallei. Aangelegd op het einde van de 19de eeuw als een landschapspark in Engelse stijl met wijde zichten, en zelfs een zoo, werd de vijver gevoed door de Maalbeek die er nog in openlucht stroomde. Enkele decennia later werd ze overwelfd. Het enige overblijfsel van die zoo is een rechthoekig bassin vlak naast de vijver, waar zich destijds de zeehonden bevonden. Dit bassin werd gevoed door grondwater, via een rechthoekige opening in de bodem van het bassin aan de kant van de helling. Een kunstmatig beekje kronkelt de helling af, gevoed door een fontein waarvoor het water uit de grondwaterlaag wordt opgepompt, end at eveneens uitmondt in het zeehondenbassin, waarvan de overloop in de vijver uitkomt. Hierin zouden zich, volgens sommigen, nog meer bronnen zich bevinden.

    Het Leopoldpark bevindt zich op de vochtige valleibodem, waar de grondwatertafel op verschillende plaatsen dagzoomt, onder de vorm van kwelzones, onder meer inde buurt van de Eggevoorde toren. Dit bakstenen gebouwtje in gotische stijl werd in de 16de eeuw opgericht langs de rivier en maakte destijds deel uit van het heerlijke domein Eggevoorde, afgeleid van ‘Tegen de voert’ of ‘voorde’ (vgl. Vilvoorde), t.t.z. vlakbij een doorwaadbare plaats in de Maalbeek. Deze toren en het 17de eeuwse bijgebouwtje werd tot 1986 bewoond door een koppel, die met tegenzin dienden te verhuizen, nadat de bouw van een gebouw met ondergrondse parking de grondwatertafel dermate had verstoord dat er een bron ontstond in de kelder, die het huis te vochtig en dus onbewoonbaar maakte. Deze bron zou momenteel nog steeds actief zijn.

  • Bron van de Broebelaar (Etterbeek)

    Film >>

    Deze bron ligt in het Jean-Felix Happark en voedt een vijver en een klein beekje, de Broebelaar, dat al gauw onder het asfalt van de stad verdwijnt. In het verleden mondde de Broebelaar op het Jourdanplein in de Maalbeek uit. In de 17de eeuw werd het water opgevangen en opgehaald om de tuinen van de hertogen van Brabant, vlakbij het huidige Koningsplein in het centrum van Brussel, te verfraaien.

  • Bron van de Maalbeek (Elsene)

    In de loop van de 19e eeuw werd de Maalbeek over haar volledige lengte overwelfd, onder andere vanwege de slechte waterkwaliteit. Dat kwam door vervuiling met rioolwater van de bewoners van de riviervallei. Tot voor kort ging men ervan uit dat de bron van de beek zich in de rechthoekige vijver op het terrein van de voormalige abdij van Terkameren, achter de kerk, bevond. Onlangs werd langs dat waterbekken echter een twee eeuwen oude opening ontdekt, waar ook water door stroomt. De eigenlijke bron moest zich dus nog hogerop bevinden, in de richting van de universiteitscampus Solbosch. Voordat de beekvallei gedeeltelijk werd gedempt, moet de oorspronkelijke bron zich daar ergens bevonden hebben. Eeuwenlang werd bronwater overigens gebruikt om bier te brouwen dat de zusters in de abdij serveerden aan hun gasten en pelgrims op doorreis. Tegenwoordig wordt er opnieuw bier gebrouwen: een bruin bier en een blond bier, opgedragen aan Dame Gisèle, stichteres van de religieuze gemeenschap. Het water dat daarbij gebruikt wordt, is wel niet meer het bronwater dat ooit op de abdijsite opborrelde.

Terug naar 'Dossier - Brusselse bronnen' >>


De bronnen van de vallei van de Ukkelbeek (Ukkel)




Fotoalbum van de bronnen van de vallei van de Ukkelbeek (Ukkel) >>

  • Sint-Pietersbronnen

    Op nummer 213 van de Coghenlaan, op de terreinen van het Collège Saint-Pierre, ligt een bron verscholen in een oude opslagruimte op een paar meter van de speelplaats. Gezien de ligging van de bron zullen we ze gemakshalve de Sint-Pietersbron noemen. In een niet zo ver verleden voedde deze bron nog een aantal vijvers die zich bevonden op de plaats waar nu de speelplaats ligt, maar intussen loopt de bron rechtstreeks over in de riolering. Volgens een voormalige leerkracht van het college kwamen leerlingen tot in de jaren vijftig hun dorst lessen aan de bron, en naar verluidt borrelde het water toen iets verder naar links uit de grond. De bron zou dus een klein beetje opgeschoven zijn als gevolg van werkzaamheden. Hoewel het grondwater onder deze wijk heel hoog staat en dus gemakkelijk bereikbaar is, is het niet geschikt als drinkwater. Dat is te wijten aan historische vervuiling door een nabijgelegen fabriek.
    Achter een hek op de speelplaats ligt nog een stukje groen, dat deels een vochtige zone is. Op het hoger gelegen deel van dit perceel zijn twee bronnen aangetroffen. De eigenaars hebben er een drainagesysteem geïnstalleerd om het water op te vangen en af te voeren, want bij hevige regenval was hier wel eens wateroverlast. Helaas wordt dit bron- en regenwater nog steeds geloosd in de afvalwatercollector in de lagergelegen Dekenijstraat, hoewel er ook stemmen opgaan om het water naar de Clipmolenvijver af te leiden.

  • Bron, école du Centre

    In een mooie groene ruimte die werd aangelegd door de gemeentelijke Ecole du Centre ligt naast de speelplaats een onopvallende bron. Samen met opborrelend kwelwater uit de onmiddellijke omgeving geeft de bron aanleiding tot een bescheiden beekje. Het oranjerode water uit de bron wijst wellicht op de aanwezigheid van ijzer in de ondergrond. De Vandermaelenkaart (1846-1854) vermeldt hier vlakbij ook een ‘Rode Bron’, die misschien op haar beurt ook naar de ijzerhoudende bodem verwijst. Een paar tientallen meters verder loopt het jonge beekje helaas al in de riolering. Vroeger stroomde de beek verder naar het zuiden, tussen de Dekenijstraat en de Coghenlaan, om ten slotte uit te monden in de Ukkelbeek (dicht bij de Sint-Pieterskerk). 200 meter stroomopwaarts van de school, in een stukje groen achter de pastorie, liggen nog verschillende kwelwaterzones. Dit gebied is een deel van de valleibodem waar vroeger de beek door stroomde.

  • Bron, De Frélaan

    Film >>

    Vanuit de zanderige ondergrond van de Groeselenberg borrelen overal langs de De Frélaan de bronnen van de Ukkelbeek op. Een deel van die straat heette vroeger heel toepasselijk de ‘Waterstraat’. De Ukkelbeek was ooit een zijrivier van de Zenne maar is intussen grotendeels verdwenen onder de grond, waar hij terechtkomt in een collector. Ter hoogte van de Russische ambassade kunnen wandelaars langs een trapje bij een van die bronnen komen. De bron is verwerkt in een metalen paal met onderaan een leeuwenkop die het water uitspuwt. De paal staat hier al sinds 1833, op initiatief van baron de Thysebaert. Hij was burgemeester van Ukkel en eigenaar van het Zeecrabbedomein aan de overkant van de De Frélaan. Het metalen paaltje stond oorspronkelijk op de Grote Markt in Brussel, maar de baron kocht het over van de stad. Over de waterkwaliteit en hoe de buurtbewoners het bronwater gebruikten, schreef Henri Quittelier in 1973 volgende regels in nummer 53 van het tijdschrift Ucclensia: “Aan het fonteintje komen al jarenlang dagelijks privépersonen hun flessen en jerrycans vullen, en soms komen de mensen daarvoor zelfs helemaal uit Brussel. Als het klopt dat water iets is voor rijke mensen, dan mag ik graag denken dat er in Ukkel veel rijken wonen. Het water is helder, bevat nauwelijks kalk maar waarschijnlijk wel bicarbonaat en lithiumhydroxide, en het heeft een vochtafdrijvende werking. Ik denk dat het de vergelijking met heel wat gekende mineraalwaters moeiteloos zou doorstaan.” Tegenwoordig is dit water helaas niet meer drinkbaar, onder andere door een te hoge nitraatconcentratie. Verder moeten we hier ook twee paden in de directe omgeving vermelden, vanwege hun naam die naar de aanwezigheid van water verwijst: het Fonteinpad en de Bronweg.

  • Bron van de Groeselenberg

    Op luttele meters van de bron langs de De Frélaan, aan de voet van de Groeselenberg, vormt een bron met een flink debiet het begin van de Ukkelbeek, die stroomt door de gelijknamige gemeente. Zou dit de bron kunnen zijn die - samen met de bron langs de De Frélaan - vermeld wordt op de Vandermaelenkaart uit het midden van de 19e eeuw onder de naam ‘bron van Grosselberg’? Dat is niet ondenkbaar, ook al komt de bron niet meer voor op de NGI-kaarten schaal 1/20.000 uit de 20e eeuw. De Bronweg en het Fonteinpad die hier aansluiten op de De Frélaan lijken alleszins te wijzen op het bestaan van twee verschillende bronnen. ‘Groeselenberg’ (of ‘Groenselberg’, ‘Grosselberg’, de benaming is in de loop der tijden geëvolueerd) was de naam van een gehucht, halfweg tussen Sint-Job en De Kat, boven op een steile helling boven de twee bronnen. Dit toponiem van Germaanse oorsprong (zoals zo vaak in Brussel), verwijst naar een heuvel begroeid met doornige struiken. De arme landbouwers die op de Groeselenberg woonden, gingen tot het begin van de 20ste eeuw, dagelijks drinkwater halen bij de bronnen van de Ukkelbeek. Daartoe moesten ze een steil pad afdalen, dat eertijds ook gebruikt werd bij de jaarlijkse processie tijdens de Kruisdagen, die vertrok bij de Sint-Pieterskerk. Rond dezelfde tijd was er ook een wasvrouw van de kliniek “Deux Alices”, gesticht einde 19de eeuw en gelegen bovenop het plateau, die het heldere en zuivere water ging halen om er de was van het ziekenhuis mee te doen. Tijdens de nieuwe steentijd, ongeveer 4.000 jaar vóór onze tijdrekening, was de Groeselenberg reeds bewoond en we durven veronderstellen dat de mensen uit die tijd zich eveneens aan deze bronnen kwamen bevoorraden.

  • Bron, Russische ambassade

    Nog steeds langs de De Frélaan, maar aan de andere kant van de fontein, zou een bron liggen die de twee vijvers op het domein van de Russische ambassade voedt. De vijvers dateren uit de periode dat het domein waarop zich nu de ambassade bevindt nog toebehoorde aan het intussen verdwenen kasteel Zeecrabbe. Op NGI-kaarten uit 1904 en 1939 valt ook een beekje op dat vertrekt uit de kasteelvijvers. De naam Zeecrabbe heeft trouwens niets met een zeekrab te maken maar zou verwijzen naar een opengekapte plek met een mooi uitzicht, volgens J.J. Jespers. Anderen lezen ‘crabbe’ dan weer als een verbastering van het Frankische ‘krebitja’, waar het Franse woord voor rivierkreeft (‘écrevisse’) van afstamt. Vroeger zou het in de vijvers en de Ukkelbeek gekrioeld hebben van de rivierkreeften. De volledige naam Zeecrabbe is wellicht afgeleid van de plaatsbenaming ‘Crabbenberg’. Die naam komt al in 1245 in een tekst voor en leeft tot op vandaag verder in de naam van de Zeecrabbestraat en de Crabbegatweg, een holle weg iets lager in de vallei.

Terug naar 'Dossier - Brusselse bronnen' >>


De bronnen van de vallei van de Geleytsbeek




Fotoalbum van de bronnen van de vallei van de Geleytsbeek >>

  • Sint-Helenabron

    Deze bron bevindt zich langs de Zenne, op de linkeroever, vlakbij de kruising van de Paepsemlaan met de Gerijstraat. De Geleytsbeek, die intussen werd verlegd, mondde hier vroeger in de Senne uit. Via een betonnen structuur konden (of kunnen?) de omwonenden hier bronwater voor hun moestuinen komen putten. De naam van deze bron is ons onbekend maar we zullen ze de Sint-Helenabron noemen, als verwijzing naar het Sint-Helena-eiland dat tot het begin van de 20e eeuw even verder in de Zenne lag.

  • Golgothabron / Kalvariebron (Vorst)

    Het water dat over het driehoekige pleintje op de hoek van de Delta- en de Schaatsstraat stroomt, is afkomstig van de zogeheten Golgothabron. Die naam verwijst naar de Palestijnse heuvel bij Jeruzalem waarop Christus is gekruisigd. Aanvankelijk voedde deze bron de beek ‘Calvaire’ (een zijtak van de Geleytsbeek, bestaat nu niet meer) maar momenteel vloeit ze af in een riool. Er wordt nagedacht over de mogelijkheid om het water naar de Zenne af te leiden.

  • Bronnen van de Groelstbeek (Ukkel)

    Film >>

    De Groelstbeek is een zijrivier van de Geleytsbeek waarvan de bronnen zich bevinden in natuurreservaat Kinsendaal, waar de Groelstbeek ook door stroomt. Het water borrelt er op verschillende plaatsen uit de grond, zonder dat de bronnen daarom erg zichtbaar zijn – vele liggen verscholen tussen de vele bomen in het reservaat. Alles samen werden er acht bronnen gevonden. Uit de meest stroomopwaarts gelegen bron borrelt het water uit de grond op via een buis, aan de voet van een voetbalveld. Bij de aanleg daarvan werd het hoger gelegen deel van de vallei helaas opgevuld. Naar alle waarschijnlijkheid bevond deze bron – de oorspronkelijke bron van de Groelstbeek – nog iets hogerop, voordat het terrein werd opgevuld.

  • Bronnen, domein Papenkasteel (Ukkel)

    De bronnen op het domein van het Papenkasteel voeden een vijver met een overloop in de Geleytsbeek. Die stroomt doorheen dit privéterrein met een mooi kasteel uit 1685.

  • Bron, Kriekenputreservaat (Ukkel)

    Aan de rand van het Kriekenputreservaat ligt er een bron onder een houten brugje. Het beekje dat zo ontstaat, loopt na een paar meter al over in de Kinsenbeek. De bron daarvan ligt ietsje hogerop, langs de Borreweg.

  • Bronnen, Herdies-domein (Ukkel)

    Op dit privédomein langs de Borreweg komt het grondwater op verschillende plaatsen aan de oppervlakte. Het voedt hier de Gaasbeek (soms ook wel Eikelenbosbeek genoemd), die onderaan op het domein in de Kinsenbeek uitmondt. Een bron met een vrij groot debiet heeft hier een soort brede kom in de grond uitgesleten en in het water dat daarin staat, zijn kleine wolkjes zand zichtbaar. Dat wijst op de aanwezigheid van een tweede bron. Een derde bron die minder goed opvalt, ligt aan de voet van de indrukwekkende spoorwegberm die de vallei doorkruist en waar de Gaasbeek onderdoor stroomt.

  • Rinsenborre / Kinsenbeekbron (Ukkel)

    Film >>

    Deze bron is toegankelijk langs een trapje en gutst hier letterlijk via een buis uit de grond, op een paar meter van de Borreweg. Dit bronwater voedt de Kinsenbeek, die door het Kriekenputreservaat loopt om vervolgens uit te monden in de Groelstbeek in het natuurreservaat van Kinsendaal. Deze bron wordt vermeld op de Vandermaelenkaart (1846-1854) onder de naam ‘source du Hameau’ (letterlijk ‘bron van het Gehucht’).

  • Bronnen, Borreweg (Ukkel)

    Vlak langs de Borreweg liggen twee vrij onopvallende bronnen met wisselend debiet. In het Frans heet dit weggetje trouwens de ‘Chemin du Puits’. Hoewel de straatnamen in beide talen dus een beetje van elkaar afwijken, verwijzen ze wel alle twee naar de aanwezigheid van water (de één naar een natuurlijke aanwezigheid, de ander naar een door de mens aangelegde put).

  • Bron, vallei van de Gaasbeek (in de volksmond ‘Tetteken Elst’) (Ukkel)

    Film >>

    Deze bron ligt aan de voet van een steile valleiflank onderaan het Engelandplateau, op enkele tientallen meters van een grote poel die wellicht is ontstaan bij de aanleg van de spoorwegbedding die de vallei van de Gaasbeek doorkruist. De Gaasbeek is een zijrivier van de Kinsenbeek waarvan de bron vroeger wellicht nog iets verder stroomopwaarts lag. De poel die gevoed wordt door de Gaasbeek deed tijdens en na de Tweede Wereldoorlog dienst als ploeterbad voor de omwonenden en was zo populair dat men zelfs een tijdlang sprak over Uccle-Plage en Broek-Plage! Het bronwater borrelt hier op aan de voet van een hazelaar. Wichelroedelopers gebruikten het hout van die struik om een wichelroede te maken waarmee ze waterstromen onder de grond opspoorden. Vlak bij die bron, bij het kerkhof, bevonden zich drie bronnen die inmiddels verdwenen zijn maar die wel voorkomen op een kaart uit het midden van de 19e eeuw. Ze worden er de ‘sources des Sapinières’ (letterlijk ‘bronnen van de Sparrenbossen’) genoemd. Tot slot vermelden we nog dat deze 1300 meter lange vallei, die begint bij de Hauwaertkapel, ook wel eens het ‘dal van Tetteken Elst’ wordt genoemd. Die naam is afgeleid van ‘Hertoghen Elst’, waarbij ‘elst’ dan naar een elzenbos verwijst. Het toponiem Hertoghen Elst is al sinds de 12e eeuw verbonden aan deze plek.

  • Bronnen, Geleytsbeekstraat (Ukkel)

    Verborgen op een privédomein ligt, in een kelder die enkel toegankelijk is langs een garage, een bron waarvan het water via een leiding naar een poel in de tuin wordt gepompt. De overloop van die poel komt jammer genoeg in de riolering terecht. Naar alle waarschijnlijkheid liggen er achter sommige huizen in deze straat nog meer bronnen, want dit is tenslotte de bodem van de vallei van de Geleytsbeek. Opmerkelijk in dat verband is de extra voordeur van een aantal oude rijtjeshuizen, die doet vermoeden dat hier inderdaad bronnen liggen: via een derde voordeur, die gemeenschappelijk was per twee huizen, konden de bewoners water halen achter het huis, uit een waterput of bron.

  • Bron, Vissersstraat (Ukkel)

    Deze bron bevindt zich langs de Vissersstraat, een straatje met kasseien in een gezellig wijkje dat op oude kaarten ‘Klein Sint-Job’ wordt genoemd. Het water van de bron borrelt op in een kleine, vierkanten gemetste put. Door een recent aangelegde buis loopt het water onder de straat door naar het Broek, een drassig gebied. Dat is een restant van een grote waterpartij die vroeger bekend stond als de ‘Grote Vijver’ of ‘Sint-Pietersvijver’. Dat was destijds een viskweekvijver. In de nabijgelegen Diepestraat merken we in twee aanpalende huizen opnieuw een typische gedeelde voordeur op, waarlangs de bewoners water konden halen achter het huis, uit een waterput of bron.

  • Spellemansbron / Coudenborre (Ukkel)

    Film >>

    Op de kaarten op schaal 1/25.000 van 1981 en 1989 komt nog een bron met de naam ‘Spellemansbron’ voor, vlak bij een vijver, maar op nieuwe kaarten is die naam verdwenen. Wel vermeldt men tegenwoordig op dezelfde plaats en in het blauw een ander hydroniem, ‘Coudenborre’, maar zonder uitleg. Toch is het nog steeds diezelfde bron die de vijver op een privédomein voedt. De bron – en destijds het hele domein – is vernoemd naar de familie Spelmans, die in de 19e eeuw eigenaar was van het kasteel naast de vijver. Daarvóór werd de kleine vijver lange tijd ‘Coudenborre’ genoemd, een naam die door de eeuwen heen en onder invloed van verschillende dialecten trouwens regelmatig verbasterde (‘Cauweborreboschen’ in 1715, ‘Cauwenberg’ in 1860,...). Uiteindelijk bleef het bij de naam die we vandaag nog kennen, ‘Kauwberg’. Die benaming slaat tegenwoordig op een veel groter terrein dan het domein van vroeger.

    Begin jaren 1990 werd de oude kasteelboerderij Spelmans afgebroken om plaats te maken voor twee appartementsgebouwen. Bij het bouwen van het tweede appartementsblok, het dichtst bij de spoorlijn, raakte de bron waarschijnlijk bedolven. Er werden drainagebuizen gelegd om het terrein te laten drogen en om het water van de Coudenborre af te leiden tot vlak bij de vijver, zo’n twintig meter verderop, waar het bronwater nu nog steeds uit een buis loopt. Tegelijk borrelt op die plaats ook nog steeds water rechtstreeks op uit de grond, aan een vrij groot debiet. Aan het andere einde van de vijver is er een overloop naar de Geleytsbeek, die langs het domein loopt.

  • Bronnen, Sint-Jobsesteenweg (Ukkel)

    De achterkant van verschillende huizen bovenaan de Sint-Jobsesteenweg ligt op de bodem van een heel vochtige vallei, aan de voet van een talud, waar vroeger de Sint-Jobbeek liep. De bron daarvan lag bij Diesdelle en bij het kruispunt met de Dolezlaan mondde de beek uit in de Geleytsbeek. Ook nu nog ligt er in de tuin van die woningen hier en daar een bron die aanleiding geeft tot een bescheiden beek die door de verschillende eigendommen stroomt om uiteindelijk in de riolering te belanden. Job, het bijbels personage uit het Oude Testament, heeft zijn naam in deze wijk wel geschonken aan een religieus gebouw (sinds 1463), een beek en een gehucht, een steenweg, een plein en zelfs een station, maar we hebben geen sporen teruggevonden van een bron die in het verleden aan hem zou zijn opgedragen.

  • Vronerodebron (Ukkel)

    Deze bron ligt in het Vronerodepark, in een klein bosje waar de bron zichtbaar is gemaakt in een klein stenen bassin. Mogelijk was dat vroeger een wasplaats. De bron is het begin van de Geleytsbeek, die even verderop in het park ook het water van de Roybeek ontvangt. ‘Vronerode’ (in het Frans Fond’Roy) is een Middelnederlands toponiem dat voor het eerst in teksten opduikt in de 12e eeuw. Mogelijk betekende het ‘een rode (gerooid stuk bos) die ontgonnen werd door lijfeigenen’, waarbij het dus zou gaan om een stuk van het Zoniënwoud tussen de vallei van de Geleytsbeek en die van de Linkebeek.

  • Roybeekbron (Ukkel)

    De Roybeek (ook wel Ritbeek genoemd) loopt evenwijdig met de Oude Molenstraat en ziet het licht in het Vronerodepark, waar hij uit de grond opborrelt vanuit een brede gemetselde opening, onderaan de weg die naar de Hoeve van Ukkel leidt. Historisch gezien, voordat hier grondwerken werden uitgevoerd, lag het begin van de beek verder stroomopwaarts, lang s de Andrimontlaan. Aan de voet van een talud (waar intussen appartementen gebouwd zijn) kwelt er trouwens nog altijd water aan de oppervlakte, dat vervolgens door een buis wordt afgeleid naar het Vronerodepark. In de lente van 2021 bleek uit de geur en kleur van de Roybeek (daar waar hij uit een opening in de grond stroomt) dat hij niet alleen gevoed wordt door bronwater maar ook met het afvalwater van woningen in de omgeving.

Terug naar 'Dossier - Brusselse bronnen' >>


De bronnen van de vallei van de Linkebeek (Ukkel)




Fotoalbum van de bronnen van de vallei van de Linkebeek (Ukkel) >>

  • Bronnen en kwelwater, Drie Koningenstraat

    Aan het laagst gelegen deel van een weiland dat toegankelijk is vanuit de Drie Koningenstraat heeft het kwelwater dat uit de grondwaterspiegel komt in de loop van de tijd een grote depressie gegraven. Hierin heeft zich een vijver gevormd waar zich de typische vegetatie van natte natuur heeft kunnen ontwikkelen. Het is zo goed als zeker dat kwelwater deze vijver voedt maar het is moeilijk om de aanwezigheid van een bron op deze plek te identificeren. Verderop in het weiland vinden we twee andere kleinere depressies die ook een kwelstroom veroorzaken. Deze wateren voegen zich bij wat lijkt op een oude beekbedding (mogelijk die van de Linkebeek die enkele decennia geleden afgebogen en overwelfd werd), die uiteindelijk in een riool terechtkomt.

  • Bron, Calevoet

    Deze bron komt aan het einde van een waterpijp tevoorschijn op het terrein van een tuinbedrijf, dat een deel van het water gebruikt om de planten water te geven. De bron moest waarschijnlijk enkele meters worden verplaatst na de bouw van een gebouw op zijn oorspronkelijke plaats. De legende vertelt ons niet of deze bron nog steeds wordt gevoed door de tranen van de bedroefde mensen die troost kwamen zoeken bij Onze Lieve Vrouw van Troost, aan wie sinds 1354 een kapel is gewijd, op honderd meter van het waterpunt...

  • Bronnen, Linkebeek

    Op een steenworp afstand van Ukkel, in de gemeente Linkebeek, ontspringen twee bronnen met een impressionant debiet in privé-eigendommen, aan de onderzijde van de Molenstraat. Net onder de vermelding van de bronnen gebruiken de NGI-kaarten ook de naam Zwemdok. Verwijst dit naar de naam van deze bronnen? De bronnen voeden de Linkebeek, die hier de historische kern van het dorp omsluit. Deze geografische eigenaardigheid verklaart ook de naam van de gemeente, aangezien "Link" afkomstig is van het oude Duitse ‘link’ wat "bocht" of "draaien" betekent in het Nederlands. De waterweg vervolgt zijn loop tot in Ukkel, vlak langs de gewestgrens.

  • Bron, wijk Oplinkebeek

    Pal op de grens van Ukkel en Linkebeek gutst het water uit de grond aan de voet van de spoorwegberm, vlak na een tunnel onder de spoorlijn. Op de bodem van het beekje dat zo ontspringt, is een duidelijke afzetting van lichtgekleurd zand zichtbaar, wat duidt op de zanderige bodem waaruit het water komt. Dit water zou kunnen komen van een bron die op oude kaarten aangegeven staat op ongeveer zestig meter van deze plaats, en die aan het begin van het Oplinkebeekpad zou liggen. De naam van dat pad verwijst naar een hoger gelegen woonwijk. Hier ligt trouwens ook een betonnen goot die zuiver water naar de Linkebeek afvoert, al gaat het om een bescheiden volume.

  • Bron van de Koeienstaart

    Deze merkwaardige bronnaam wordt vermeld op de kaart van Ph. Vandermaelen (1850-1854), in het meervoud, wat wijst op de aanwezigheid van verschillende bronnen op deze plaats. Twee bronpunten worden nog steeds getoond op NGI-kaarten in de 20e eeuw, echter zonder een naam te vermelden. Een grote depressie aan de voet van een lange talud, in een beboste strook die doorkruist wordt door de Linkebeek, duidt nog steeds op het bestaan van een van deze bronnen, ook al lijkt het tegenwoordig meer om wat kwelwater te gaan dan strikt genomen een bron. De andere bron, gelegen in de directe omgeving van een oud huis, lijkt niet meer te bestaan.

  • Bron van de Linkebeek

    "De bron ligt in het Zoniënwoud, tegenover hockeyclub Wellington. (…) Er werd een inventarisatie gemaakt op de smalle strook tussen het Zoniënwoud en de huidige bronnen van de beek, op de hoek van de de Perckestraat en de Schilderachtige Dreef. (…) De Verrewinkelbeek/Linkebeek ontstaat uit verschillende bronnen die verspreid over de wijk liggen, ten zuiden van de Prins Van Oranjelaan. De belangrijkste bron lijkt de bron aan de overkant van de Waterloosesteenweg te zijn." (Bron: Plan Nature 2016, gemeente Ukkel).

Terug naar 'Dossier - Brusselse bronnen' >>


De bronnen van de vallei van de Elsbeek (Sint-Gillis)




Fotoalbum van de bronnen van de vallei van de Elsbeek (Sint-Gillis) >>

  • Bronnen van de Elsbeek

    Film 1 >>
    Film 2 >>
    Film 3 >>

    In het Pierre Pauluspark is het oorspronkelijke reliëf van de omgeving, met onder andere een talud boven een vijver, nog goed zichtbaar. Op dat talud ontspringen maar liefst zeven bronnen, waarvan het water de vijver voedt. Twee van die bronnen voeden bovendien een fontein. Vroeger ontsprong uit deze bronnen de Elsbeek, maar die is intussen verloren gegaan door de oprukkende bebouwing in de wijk. De Elsbeek was een zijrivier van de Zenne en werd ter hoogte van het Louis Moricharplein en ook bovenaan in de Bronstraat nog door andere bronnen gevoed.


Terug naar 'Dossier - Brusselse bronnen' >>


De bronnen van de vallei van de Vogelzangbeek (Anderlecht)



  • Kwelwater, natuurreservaat Vogelzang

    Het natuurgebied Vogelzang strekt zich over bijna 1,5 km uit langs de Vogelzangbeek en telt verschillende grote en kleinere poelen. Toch bevindt er zich in het reservaat geen enkele bron. De poelen lijken hier dus rechtstreeks gevoed te worden door het grondwater, dat hier heel dicht onder het oppervlak zit, aangevuld met afspoelend regenwater in geval van stevige buien. Wel zijn er enkele plaatsen waar kwelwater aan de oppervlakte komt. Een van die zones ligt helemaal aan het westelijke uiteinde van het reservaat, aan de rand van de beek (waarin het kwelwater terechtkomt). Die kwelzone is een paar vierkante meter groot. Op dit punt kan het kwelwater op sommige momenten van het jaar vrij overvloedig stromen en daarom werden er grote stenen platen op het pad gelegd, om te voorkomen dat wandelaars hier natte voeten krijgen of door de modder moeten.

Terug naar 'Dossier - Brusselse bronnen' >>


De bronnen van de vallei van de Neerpedebeek (Anderlecht)




Fotoalbum van de bronnen van de vallei van de Neerpedebeek (Anderlecht) >>

  • Bron, Olympische Dreef

    Hoewel geen eigenlijke bron in de strikte zin, toch is het uiteinde van de betonnen buis het punt waar de waterloop aan de oppervlakte komt, na een ondergronds parcours van 200 m vanaf de oorspronkelijke bron. De bovenloop van deze beek, waarvan we de naam niet kennen, werd inderdaad ingebuisd in de jaren ’70. De roestkleur van het water getuigt van de ijzerhoudende ondergrond. Verderop voedt deze beek een vijver, en nog een tweede… waar de Brusselaars misschien ooit zullen kunnen zwemmen.

  • Bron van de Lange Wei

    Uit een bron in de Schollestraat in Neerpede, onderaan een spoorwegtalud, ontspringt een bescheiden beekje, de Lange Wei. Dat mondt 500 meter verder uit in de Pedevijver, langs een aantal kunstmatige watervalletjes. De vijver wordt deels ook gevoed door de Neerpedebeek.

  • Helder water, Neerpedestraat

    Film >>

    Ongeveer vijftig meter voor de samenloop van de Broekbeek en de Neerpedebeek loost een buis in een fraai in de oever geïntegreerd metselwerk een constante stroom helder water in de Neerpedebeek. Dat is een mengeling van kwel- en bronwater uit de wijk, aangevuld – bij regenweer – met afstromend hemelwater.

  • Bronnen, Scherdemaalstraat

    Film >>

    Hier loopt de Neerpedebeek door een groot stuk landbouwgebied. Aan de rand van een weiland in dat gebied ligt een bron die een kleine poel van water voorziet. Daar, vlakbij de Scherdemaalstraat en een boerderij, komen koeien drinken. De overloop van de poel is een kanaaltje dat onder de landbouwweg doorloopt en vervolgens weer opduikt om dan aan te sluiten op de goot langs de weg. Een paar meter verder loopt het water weg in de riool. Een project van de gemeente moet het mogelijk maken dit bronwater te hergebruiken. Verderop, op zo’n honderd meter van de boerderij, werd ook een bron aangetroffen in de kelder van een huis.

  • Bron, rietveld van Neerpede

    Het rietveld van Neerpede, een drassige zone van groot biologisch belang, beschermd sinds 1997, strekt zich uit over de licht-glooiende terreinen op de valleiflank (en dus niet op de bodem ervan). Er bevindt zich een bron aan de bovenkant van dit terrein, naast een buurtweg die een koeweide volgt. Het is echter niet uit te sluiten dat er zich in het rietveld nog andere bronnen bevinden. Het bronwater vloeit, samen met de uitwatering van de vochtige zones en hemelwater, via de oude drainagegrachten tot ze een (discontinu) beekje vormen, dat dan weer twee recent aangelegde poelen voedt, aan de lage kant van het natuurreservaat. Het water loopt vervolgens naar een gracht langs de Neerpedestraat en dwarst die via een duiker om uiteindelijk de beek te vervoegen.

  • Bron en kwelwater, landbouwakker

    Film >>

    Dit kwelgebied ligt aan de rand van de Neerpedestraat en is vaak een paar vierkante meter groot. Het ligt in een landbouwakker. Midden in het kwelgebied ligt een bron waarin men water kan zien opborrelen, wat zorgt voor kleine wolkjes zand en leem. De landbouwer die hier actief is, is waarschijnlijk niet erg opgezet met het water en de modder in zijn veld, maar voor huis- en boerenzwaluwen is dit een zegen. Zij komen hier regelmatig hun dorst lessen en vinden hier ook de kleigrond die ze nodig hebben om hun typische nesten mee te bouwen.

  • Bron(nen) van de Meerveldbeek

    Film >>

    De Meerveldbeek (ook wel Bietenbeek genoemd) is een kleine zijrivier van de Neerpedebeek. Stroomafwaarts, onder de Bietenstraat, is hij overwelfd, maar stroomopwaarts loopt hij nog steeds in open lucht. De beek ontspringt ten zuiden van de spoorlijn Brussel-Gent. Verschillende bronnen en kwelwater voeden de beek ter hoogte van het spoorwegtalud. In het stroomopwaarts gelegen deel stroomt de beek onder de grond door een oude buis, links van de Bietenstraat. Op dezelfde plaats, maar dan aan de rechterkant van de weg, loopt een andere buis met helder water. Dat is misschien afkomstig uit bronnen en kwelwater in de wijk.

  • Bron, Neerpedestraat

    Op een kaart van het NGI op schaal 1/10.000 uit 1970 staan verschillende bronnen in Neerpede vermeld (de bron in het rietveld, die langs de Scherdemaalstraat…), waarvan er één tegenover hoeve Heymans ligt, aan de overkant van de weg. Deze bron voorziet tegenwoordig een klein rietveldje van water, op een perceel waar vroeger serres stonden. Daarna vloeit het water via een straatkolk weg in de riool. Binnenkort zullen er werken uitgevoerd worden om ervoor te zorgen dat het bronwater onder de weg kan doorstromen, tot aan de beek.

  • Bron, Neerpedestraat

    Film >>

    Op diezelfde kaart van het NGI staat ook een bron die kort voor het kruispunt van de Tarwestraat en de Neerpedestraat ligt. Die bron vormt even verder een poel van zo’n 20 meter lang, die zonder onderbreking overloopt in de goot langs de weg. Een klein beetje verderop loopt het water uiteindelijk in een straatkolk en komt het in de riool terecht. In de lente van 2021 zouden werken ervoor moeten zorgen dat het water wegloopt langs een gootje tussen kasseistenen, om dan via een goot onder de weg in de Neerpedebeek terecht te komen.

  • Bron, hoeve De Kroon

    Deze bron, op de grens met Dilbeek en omgeven door een betonnen structuur, bevindt zich in de tuin van de hoeve De Kroon, vlak voor een schuur. Het is in de lemen voorloper van deze schuur, toen nog gelegen naast de inmiddels verdwenen herberg De Kroon dat Pieter Bruegel de Oude omstreeks 1568 zijn schilderij Het Bruiloftsmaal vervaardigde. Hoewel de bron op zich wellicht had kunnen volstaan om de dorst van de gasten te lessen, spreekt het voor zich dat zij zich liever te goed zullen gedaan hebben aan het bier dat hen werd opgediend. Heden ten dage vloeit het bornwater in een gracht, die 150 m verder in de Neerpedebeek uitmondt.

  • Bron, Vlasendaelstraat

    Film >>

    Deze bron stond nog op de NGI-kaart van de jaren ’80 maar werd sindsdien bedolven. Ze is nochtans niet geheel verdwenen, want het bronwater komt weer aan de oppervlakte in een weide, een honderdtal meter lager, vermoedelijk naar daar geleid via een kanalisatie.

  • Bron van de Koevijver

    Tussen de spoorweg en de Lennikseweg, niet ver van de gewestgrens, ontspringt een bron in een biologisch heel waardevol bebost gebied, vlakbij de waterscheidingslijn tussen de valleien van de Neerpedebeek en de Vogelzangbeek. De bron vormt de Koevijverbeek, die onder de spoorweg doorloopt en de vochtige zones van het gelijknamige natuurreservaat van water voorziet. Daarna stroomt het water onder de Koeivijverstraat door via een buis die tot onder een weiland doorloopt, om dan wat lager, door een sloot langs een rij knotwilgen, in de Neerpedebeek uit te monden.

Terug naar 'Dossier - Brusselse bronnen' >>


De bronnen van de vallei van de Maalbeek (Sint-Jans-Molenbeek)




Fotoalbum van de bronnen van de Maalbeek (Sint-Jans-Molenbeek) >>

  • Bronnen en kwelwater, Karreveldpark

    Film 1 >>
    Film 2 >>

    De kasteelhoeve van het Karrevelddomein werd gebouwd in een vallei, een beetje stroomopwaarts van de samenvloeiing van de Paruck en de Korenbeek, twee beken die heden verdwenen zijn. Doordat de grondwaterlaag hier dagzoomt, is heel de zone vrij vochtig. Het water in uit het bosgebied in het park uit de grond komt, wordt tegenwoordig opgevangen door een draineringssysteem en via een buis naar de slotgracht geleid. Door de overvloedige regen in februari 2021, werden nog een tweetal bescheiden bronnetjes waargenomen langsheen de wegen, meer bepaald in een zone met kleiachtige bodem die ons er aan herinnert dat de plaatsnaam Karreveld is afgeleid van ‘kareelveld’.

  • Bron, Scheutbos

    Film >>

    De wandelaar die in het Scheutbos de Groen Wandeling volgt, zal op een gegeven moment een kleine inzinking bemerken, door het water uitgespoeld in een weg tussen de weiden. Bij het zien van het water dat uit de grond komt, onderaan het talud van een holle weg, zou men kunnen denken aan een bron. In werkelijkheid wordt het water hier met een buis naartoe gebracht, afkomstig van een kleine poel in een hoger gelegen weide, evenals uit een bosje waar een zone met bleek zand en een lichte borreling de aanwezigheid van een bron verraden.

  • Bron van de Leibeek

    Film >>

    Deze bron staat nog vermeld op de stafkaart van het NGI uit 1989. Momenteel lijkt ze zich in een vijver te bevinden die gevormd werd nadat de uitstroom van de vallei werd volgestort. Het water komt opnieuw tevoorschijn aan de onderkant van dit indrukwekkend talud. Het oranjekleurige water vormt de Leibeek, een zijbeek van de Maalbeek, en slingert zich door een mooi, moerassig elzenbosje alvorens langs enkele moestuintjes te lopen. ‘Leibeek’ is een vrij veel voorkomende naam voor waterlopen in Brussel en Vlaanderen.


Terug naar 'Dossier - Brusselse bronnen' >>


De bronnen van de vallei van de Molenbeek




Fotoalbum van de bronnen van de vallei van de Molenbeek >>

  • Sint-Annabron (Laken)

    Film >>

    "Op zondag kan je in Laken wel nog de Sint-Annadreef afstappen van aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk tot bij de Sint-Annabron met de gelijknamige kapel. De brede straten aan het kruispunt doen vermoeden dat het hier druk is in de week, maar op zondag kan je het water nog goed horen plenzen. Het is een van de heilzaamste geluiden voor een mensenoor, naar het schijnt. Als we in de stenen bak afdalen, die aartshertogin Isabella (1566-1633) nog liet aanleggen, zie je behalve de lucht vijf buisjes die mooie ronde straaltjes water werpen.
    De bron heette in 1360 nog sente marien, andere namen waren de Welleborre en de Vijf Wondenbak, verwijzend naar de vijf wonden van Christus, wat verbasterde tot ‘vijf honden’. Van Nieuwenhuysen vertelt in Volksverhalen uit Noord-West Brussel over de legende van de vijf hondenbak, over een blinde jongen die elke dag tussen Laken en Grimbergen ging bedelen en hoe vijf honden de dieven besprongen die het op zijn geldbeursje gemunt hadden. Sindsdien zou er een bron ontspringen met water dat heilzaam voor de ogen was, al zochten ook koortslijders er afkoeling. (...) Lakenauteur Arthur Cosyn schrijft in 1904 dat sterk ongelovige Lakenaars niet meer geloven in de kracht van de Sint-Annabron. En ook dat hier nog stilte heerst en de geur van vroeger hangt. Het is 110 jaar later, op een zondag, niet anders."
    (Bron: BRUZZ, An Devroe, 06/08/2014)

  • Bronnen, Koninklijk Domein van Laken

    De waterkerskwekerij van Laken, die sinds 2013 na renovatiewerken opnieuw in gebruik is, krijgt bronwater aangevoerd dat rechtstreeks afkomstig is van het aangrenzende Koninklijk Domein van Laken. De kwaliteit van het water is erg goed, wat voor het kweken van waterkers ook nodig is. Daarnaast voeden de bronnen de vijvers op het privédomein en een restant van de bedding van de Molenbeek, die dat water op haar beurt naar het kanaal voert.

  • Bronnen, Koloniale Tuin (Laken)

    Film >>

    Deze twee bronnen werden ontdekt tijdens de uitgeregende zomer van 2021, in een beboste rand van de Koloniale Tuin. Ze waren goed zichtbaar dankzij hun vrij groot debiet en zorgden op een komvormig stuk grond voor een enkele meters lange plas water. Dit zijn wellicht bronnen die vroeger de Heyselbeek voedden. Dat was een zijriviertje van de Molenbeek, maar het verdween al bij het begin van de 20e eeuw. Die Heyselbeek vertrok op enkele honderden meters van het huidige Koning Boudewijnstadion, op de Heyzelvlakte dus. Het toponiem ‘heizel’ zou verwijzen naar een schraal grasland of een heuvel.

  • Bron en kwelwater, Ossegempark (Laken)

    Het water van de belangrijkste bron (op de Heizelvlakte) die de vijver van het Ossegempark voedde, is helaas afgeleid, waardoor de langgerekte vijver uit de jaren 1930 deels is opgedroogd. Oorspronkelijk was die vijver wel meer dan 500 meter lang. Maar op de bodem van deze vochtige vallei komt nog steeds kwelwater (en misschien zelfs bronwater) aan het oppervlak. Het scherpe reliëf van het park is deels te verklaren door de voormalige steengroeve die de monniken van de abdij van Affligem hier uitbaatten tot aan het einde van de 17e eeuw. Het toponiem Ossegem is een erg oude naam van Germaanse origine en is terug te voeren op de naam van de Frankische familie Ossa die klaarblijkelijk in deze streek woonde.

  • Bron, Heilig Hart (Jette)

    Het gaat hier voor alle duidelijkheid niet om het borrelende water aan de onderkant van een stenen constructie, waaronder de Kloosterbeek passeert (welke, terloops gezegd, herinnert aan het bestaan van de inmiddels verdwenen abdij van Dielegem). Deze borreling is kunstmatig en wordt veroorzaakt door het terugpompen van afgestroomd water. De échte Heilig Hartbron bevindt zich enkele meters verder, achter de afsluiting van de school met dezelfde naam, in een kleine kunstmatige grot. Deze werd daar in de 19de eeuw gebouwd door Baron Bonaventure, voordat het domein in handen kwalm van de Zusters van het Heilig Hart van Jezus. Later werd de bron jammerlijk onder een betonplaat bedolven en haar water ondergronds afgeleid naar de beek.

  • De Leo XIII-bron / Bron van het Dieleghembos (Jette)

    "In 1843 bracht Mgr. Pecci, als jonge apostolische nuntius in Brussel, een bezoek aan de congregatie van de Dames van het Heilig Hart. Hij maakte een wandeling door het bos en dronk van de bron die niet ver van de ingang aan de hoek van de Abdij van Dielegemstraat en Liebrechtlaan ontspringt. Vijfendertig jaar later werd de nuntius paus onder de naam Leo XIII. Als herinnering aan zijn bezoek gaven de zusters de naam van de beroemde kerkvoogd aan de bron. Om veiligheidsredenen is de bron nu afgesloten, maar ze stroomt nog altijd en het water vloeit onder het beton door." (Bron: Leefmilieu Brussel)

  • Bron van de Kloosterbeek (Jette)

    Deze beek ontspringt in het bovenste deel van het Dielegembos, in een groot komvormig gebied waar overal kwelwater opborrelt. De Kloosterbeek dankt zijn naam meer dan waarschijnlijk aan de voormalige abdij van Dielegem. Die werd gesticht in 1095 en net zoals bij de meeste abdijen stonden de verschillende gebouwen rond een centraal kloostergebouw. Van dat centrale kloostergedeelte en van de andere delen van de abdij zijn er geen resten meer, maar de abtswoning is wel intact gebleven. Alleen een aantal toponiemen in de wijk (een bos, straat, dreef en steenweg) herinneren nog aan de oudste kloosterstichting in het Brussels gewest.

  • Bronnen van de Poelbeek (Jette)

    De bronnen van de Poelbeek bevinden zich binnen het natuurreservaat van het Poelbos, waar een indrukwekkend ravijn nog getuigt van de steengroeve ten tijde van de monniken van de abdij van Dielegem. Het grondwater heeft er een vijver gevormd, tot vreugde van de vissers. Stroomopwaarts van deze vijver vinden we 5 kleine bronnetjes, aan de voet van het oostelijk talud van het ravijn. Verborgen onder het water van een moeras bevindt er zich nog een zesde bron. Het beekje gevormd door deze bronnen loopt enkele honderden meters verder in de Molenbeek en voedt aldus mede het moeras van Jette.

  • Bron, Laarbeekbos (Jette)

    Film >>

    Deze bron, met een aanzienlijk en bestendig debiet, bevindt zich aan de bosrand, langs een weg, vlak bij de parking, op enkele tientallen meters van de chalet. Het water is afkomstig van een oppervlakkige ondergrondse laag in de beboste zone en voedt één van de drie beken die in het Laarbeekbos ontspringen. Het zijn alle drie zijbeken van de Molenbeek die zich in de vallei bevindt. Het water van deze drie beekjes is van uitstekende kwaliteit en is verzadigd van calcium carbonaat, dat zich her en der afzet op plantenresten om aldus tufsteen te vormen (ook Italiaanse kalksteen genoemd), een eerder uitzonderlijk verschijnsel in het Brusselse. Misschien werd dit water ooit gebruikt voor het brouwen van het blonde en bruine bier van de abdij van Dielegem, maar heden ten dage komt het uit Quenast, in Waals Brabant...

  • Bronnen van de Laarbeek (Jette)

    Eigenlijk zijn het eerder doorsijpelingen dan echte bronnen die de Laarbeek voeden. Aan het oppervlak van de bospoel die zich gevormd heeft op de bodem van de oude steengroeve, kan men nochtans een gele vlek bemerken, afkomstig van een bron met aanzienlijk debiet op de bodem van de poel, die de zavel uit de ondergrond opwerpt. De uitbating van de steengroeve door de monniken van de abdij van Dielegem werd aan het einde van de 15de eeuw gestaakt, omdat die voortdurend overstroomde door het overvloedige bronwater. Deze steen, een zandsteenkalksteen, werd gebruikt voor de bouw van prestigieuze monumenten, zoals de Sint-Michielskathedraal in Brussel. Iets verder stroomafwaarts in hetzelfde bos voeden nog minstens drie andere bronnen de Laarbeek.

  • Bron, hoevetje ‘La Charnière’ (Ganshoren)

    Deze bron bevindt zich achter een oud hoevetje uit 1792. De naam ‘La Charnière’ (Het Scharnier) is op de voorgevel aangebracht. Het water komt uit de grond, onderaan een talud grenzend aan het oude kerkhof van Ganshoren en loopt er in een kleine poel in de tuin. Ooit voedde dit bronnetje waarschijnlijk een kleine zijbeek van de Molenbeek, de Zeyp (maar dat beekje is nu verdwenen) die richting het kasteeldomein 'De Rivieren' stroomde, en via de vijver verder naar het moeras van Jette, aan de andere kant van de spoorweg. Vandaag de dag lijkt de overloop van de poel de bodem in te sijpelen of de riool in te verdwijnen.

  • Bronnen van de Paruckbeek (Sint-Agatha-Berchem)

    In het Wilderbos liggen twee goed zichtbare bronnen die de Paruckbeek voeden. Langs geleden mondde die in de Molenbeek uit maar tegenwoordig eindigt hij helaas in de watercollector. Deze beboste heuvel waarop beide bosbronnen ontspringen, was in de Middeleeuwen een landbouwgebied dat bewerkt werd door boerderij Hof ter Wilst. In de 19e eeuw werd van het gebied een park gemaakt. Dat geraakte rond 1920 in verval en sindsdien is het opnieuw verbost.

  • Bron, brouwerij De Kroon (Sint-Agatha-Berchem)

    Film >>

    Deze bron van een kleine zijbeek van de Paruckbeek, ontspringt nabij een boom achter de oude brouwerij De Kroon. Deze brouwerij, die zijn activiteiten staakte na de Tweede Wereldoorlog, gebruikte het water van de lokale bronnen voor het bereiden van het bier. Er bevonden zich dus nog meerdere bronnen in de omgeving, zoals bv. voor de Sint-Agatha-kapel, op het Kerkplein, maar deze werd bij het begin van de 20ste eeuw overdekt.

  • Sint-Agathabron (Sint-Agatha-Berchem)

    Op de hoek van het Kerkplein en de Groot-Bijgaardenstraat staat een kapelletje dat aan de plaatselijke patroonheilige, Sint Agatha, is opgedragen. Zij was een Siciliaanse martelares die in de derde eeuw na Christus leefde. De bron die ooit voor het kapelletje lag, bestaat nog steeds maar bevindt zich nu in een kleine put die onder de kapel werd gebouwd. Aan de zijkant van de kapel is die put nog zichtbaar. Het bronwater verdwijnt helaas rechtstreeks in de riolering, al gebeurt het bij hevige regen wel dat de put overstroomt en over de kasseien wegstroomt.

  • Bron (Dilbeek/Sint-Agatha-Berchem)

    Op de grens van Dilbeek en Sint-Agatha-Berchem kan je in een weiland, ter hoogte van een putdeksel, onder de grond water horen wegstromen. Waarschijnlijk komt het bronwater hier samen met het drainagewater uit dit vochtig gebied. Zou dit geen mooi beginpunt zijn voor een stadsrivier?


Terug naar 'Dossier - Brusselse bronnen' >>


De bronnen in Neder-Over-Heembeek




Fotoalbum van de bronnen in Neder-Over-Heembeek >>

  • Bronnen van de Grote Knijfbeek

    In een bosje dat deels in Neder-Over-Heembeek en deels in Koningslo (Vilvoorde) ligt, stroomt een bescheiden beekje dat wordt gevoed door bronnen en kwelwater die aan de oppervlakte komen over de volledige lengte van een talud. Dit is de Grote Knijfbeek, die vroeger meer stroomafwaarts ook nog gevoed werd door de Kleine Knijfbeek en de Beizemgracht (of ‘Heembeekgracht’). De beek die zo ontstond, werd de Molenbeek genoemd (of, volgens sommige auteurs, de ‘Heembeek’), en die mondde dan weer uit in de Kleine Zenne (ook wel ‘coupure van de Zenne’ genoemd). Waar de Grote Knijfbeek de grens met het Brussels gewest oversteekt, gaat zijn water tegenwoordig helaas meteen verloren in een afvalwatercollector. Op zo’n vijftig meter van het beekje valt een straat met de naam Mariënborre (‘Mariabron’) op. Dat toponiem wijst wellicht op een oude lokale bron die was opgedragen aan Onze Lieve Vrouw.

  • Bronnen, Meudonpark

    Op het voormalige domein van het kasteel van Meudon (dat in 1931 werd vernield) bevindt zich nu een groene ruimte van 7 hectare groot. Daar wellen hier en daar discrete bronnen en kwellen uit de grond en aan de voet van kunstmatige waterbouwstenen op. Die bronnen voeden er onder andere een mooie vochtige moeraszone.

  • Marlybronnen

    Film 1 >>
    Film 2 >>
    Film 3 >>

    Een van deze bronnen bevindt zich onder aan de romaanse toren (11de eeuw) van de voormalige Sint-Pieterskerk, aan de voet van een talud op de hoek van de Meudonstraat en de Bosduifstraat. Vandaar stroomt het water langs de kasseien van de Meudonstraat om net voor het kanaal te eindigen in het rioolstelsel. Diverse verenigingen willen dat er een natuurlijke sloot langs de kant van de weg komt, een soort van nieuwe stroom, zodat het water van de bronnen naar het kanaal kan vloeien.

    Op een steenworp van deze bron, op een parkeerplaats aan de voet van een pand van de oude Marly-brouwerij (ook wel 'brouwerij La Marine') tussen de Meudonstraat en de Marlystraat, bevindt zich een metalen dekplaat. Daaronder kunnen we zien hoeveel water hier in de ondergrond zit. We kunnen trouwens niet uitsluiten dat dit perceel nog andere bronnen verbergt. In het verleden gebruikte de brouwerij voor de productie van zijn bier en limonade (de 'Limonade Meudon') via een waterput het water van de bronnen en de aquifer. Tegen het einde van de jaren 70 wordt die plaatselijke bevoorrading te moeilijk. Er is immers niet genoeg water, maar ook de kwaliteit van dat water is te slecht geworden. Het water voedde ook een spectaculaire fontein voor de villa van de directeur van de brouwerij. Op dit ogenblik zou het water van verschillende bronnen op de locatie samenkomen in een reservoir. Dat is zichtbaar vanaf de straat en de overloop vloeit naar de riolering.

  • Bronnen van de Tweebeek

    Deze vijf bronnen liggen verscholen onder het gebladerte van een broekbos (tussen een akker en sportvelden). Samen vormen ze de Tweebeek. Het water van een van die bronnen is bijzonder kalkrijk: die kalk wordt afgezet op rottende bladeren en takken en vormt daar wat men noemt ‘travertijn’, een witachtige korst van mineralen.

  • Bron, militair hospitaal Koningin Astrid

    Deze bron ligt in een bos op een lagergelegen terrein achter het militair hospitaal Koningin Astrid. Ze voedt de Terkenbroekgracht, die vroeger in de Zenne uitmondde maar waarvan het water tegenwoordig in de riolering eindigt… om dan uiteindelijk de Zenne weer tegen te komen, na een passage door het waterzuiveringsstation, aan de andere kant van het kanaal. De bron wordt ook vermeld op een stafkaart van het NGI. Iets verder stroomopwaarts, langs de beek, stroomt helder kwelwater over een grote betonplaat (een voormalig zwembad?), maar het is onduidelijk waar dat water vandaan komt. Nog wat verderop stroomt uit een betonnen buis helder water naar de bedding van de Terkenbroekgracht, die hier gebetonneerd is. Aan het einde van die betonnen buis heeft zich trouwens een grote kalksteenafzetting gevormd, wat er mogelijk op wijst dat het water uit een kalkrijke watervoerende laag komt.

  • Sint-Lendriksbron

    De Sint-Lendriksbron bevindt zich op een terrein dat eigendom is van CityDev, in het Sint-Lendriksbos. Hier lag ooit het gehucht Ransbeek. De bron voedt hier een bescheiden beekje, dat vernoemd wordt naar de heilige Lendrik, patroonheilige van Zinnik. De heilige Lendrik werd geboren rond het jaar 670 uit het huwelijk van Vincentius en Waldetrudis, die na hun dood beiden heilig verklaard werden. Zijn naamdag valt op 17 april en bij leven was hij eerst bisschop en later abt. Volgens de overlevering kwam hij naar de streek om de bewoners te evangeliseren, maar op een van zijn tochten raakte hij verdwaald in een bos (het latere Sint-Lendriksbos). Pas na drie dagen later vond hij de weg terug, dankzij het gekraai van een haan die hem tot bij een hoeve bracht. Later kwamen er bedevaarten naar dit bos op gang en in 1669 werd er een barokke kapel opgericht naast een bron waaraan wonderbaarlijke eigenschappen werden toegedicht. In 1938 werd de kapel verplaatst naar het domein Drie Fonteinen in Vilvoorde. Vandaag de dag borrelt er nog steeds water op uit de bron, die recent beter zichtbaar werd gemaakt met een plaveisel van kasseien. De heilige Lendrik laaft nog steeds de dorstigen via het bier dat naar hem vernoemd werd, maar het water uit de Sint-Lendriksbron is volgens een analyse uit 2017 niet langer drinkbaar.

Terug naar 'Dossier - Brusselse bronnen' >>


De bronnen van de vallei van de Hollebeek/Leibeek (Haren)




Fotoalbum van de bronnen van de vallei van de Hollebeek/Leibeek (Haren) >>

  • Bronnen van de Keelbeek

    Film >>

    In 2018 bevond een mooie bron zich nog in het hart van een groot gebied met weelderige begroeiing, waar ze een uitgestrekt drasland vormde. Een deel van het water stroomde vandaaruit naar de Witloofstraat. Enkele maanden geleden werd dit mooie stuk natuur bij de werken aan de nieuwe gevangenis helaas met graafmachines met de grond gelijk gemaakt. Een deel van het water van de bron en van het grondwater stroomt nu via een leiding naar Woluwe. Het andere deel wordt naar een kleine kunstmatige waterloop onderaan de locatie afgevoerd, waar het ondergronds verderloopt om ten slotte in de Hollebeek uit te monden. Zou het niet mogelijk zijn om al dat water bovengronds in een aangelegde bedding langs de Witloofstraat naar de Hollebeek te laten stromen? Nb: de Keelbeek wordt ook nog door andere, weliswaar kleinere, bronnen gevoed.

  • Bron van de Ganzenweidebeek

    De Ganzenweidebeek ontstaat ter hoogte van een mooie gemetste waterput aan de achterkant van de Castrum hoeve, een eeuwenoud en emblematisch gebouw van de gemeente Haren. Deze Castrum hoeve bevindt zich aan de voet van een reeks bronnen waar klei- en zandgronden elkaar raken.

  • Bronnen van de Beemdgracht

    De Beemdgracht is een zijrivier van de Leibeek en ontspringt in Evere dichtbij de voormalige watertoren van de NMBS... en van de bron van de Kerkebeek. Meerdere bronnen aan de voet van het beboste talud bevoorraden deze kleine beek die naar het noorden stroomt terwijl de Kerkebeek de zuidelijke richting neemt.

Terug naar 'Dossier - Brusselse bronnen' >>


Verdwenen bronnen




Fotoalbum van verdwenen bronnen >>

  • Bron ‘Klaveren Huysken’ (Oudergem)

    Deze bron, die we terugvonden op de kaart van Vandermaelen moet zich ongeveer bevonden hebben waar nu het Vorst-rondpunt ligt, ter hoogte van de Park van Woluwelaan. Ze voedde wellicht een grote vijver die zich uitstrekte tot de Waversesteenweg. Deze vijver komt nog voor op de kaart van Ferraris (1777), maar niet meer op die van Vandermaelen (midden 19de eeuw). Vermoedelijk werd hij in de tussentijd gedempt. De bron lag vlak naast de voetweg n°40, vermeld in de Atlas der Buurtwegen van 1843, die dwars door de velden liep en de naam ‘Claeverstraetje’ droeg. De naam van de bron lijkt dus deels afgeleid van die van de wegenis, die Brussel verbond met de Sint-Annakapel. In 1917 werd het Klaverstraatje omgedoopt tot Kouterstraat (momenteel Kouterlaan). Op enkele honderden meters van de verdwenen bron bevinden zich vandaag de Residentie ‘Les Trèfles’ en de Klavergaarde, ter herinnering aan de oude veldweg. Het woord "Huysken" verwijst naar een geïsoleerd gebouw in de nabijheid van de bron, zichtbaar op 18de en 19de eeuwse kaarten. De verwijzing naar de klaver, dat soms als voedergewas werd gekweekt, doet vermoeden dat het ruim aanwezig was in de velden in de omgeving van de hoeve en de bron.

  • Terlinde bron (Oudergem)

    Deze bron staat vermeld en benoemd op de kaart van Vandermaelen (1846-1854), in de onmiddellijke nabijheid van het voormalige kasteel Terlinde. Ze komt nog voor (maar dan zonder naam) op de kaarten van het NGI van 1904 en 1939 (1/20.000) op enkele meters van een kleine vijver, niet ver van de Veeweydebeek, tegenwoordig Watermaalbeek geheten. Op de stafkaarten van de jaren ’60 is deze bron echter verdwenen, vermoedelijk verdwenen onder de appartementsblokken die nu langs de vijver staan. Deze vijver bestaat dus nog steeds, maar wordt schijnbaar enkel gevoed door het grondwater. Zou de oude bron, als ze nog bestaat, via een ondergrondse leiding misschien de Koninklijke Visvijver voeden, aan de overkant van de rijweg? Te onderzoeken.

  • Bronnen van de Huizen (Watermaal-Bosvoorde)

    Op minder dan 100m van de Sint-Clemenskerk, in het historische centrum van Watermaal, vermeld de kaart van Vandermaelen (1846-1854), een reeks bronnen met de vreemder benaming ‘bronnen van de Huizen’. Mogelijk ontlenen ze hun naam aan nabij gelegen huizen, waarvan de bewoners hier water kwamen putten. Ze voedden in ieder geval een klein beekje dat zich verderop in de Watermaalbeek werpt (voorheen de Veeweydebeek).

  • Watermaal bron (Watermaal-Bosvoorde)

    Volgens de Vandermaelen kaart bevond deze bron zich in de onmiddellijke nabijheid van de spoorweg, stroomopwaarts van het historische dorpscentrum van Watermaal, waarnaar ze werd genoemd. Net zoals de bronnen van de Huizen voedde deze bron de zijrivier van de Watermaalbeek. Ze kwam begin 20ste eeuw al niet meer voor op de stafkaarten. Wellicht verdween ze omwille van de urbanisatie van deze wijk. Het eerste deel van haar naam behoeft geen interpretatie, maar de betekenis van het tweede deel is minder zeker. ‘Mael’ zou kunnen afgeleid zijn van het latijn ‘mallum’ en verwijzen naar een plaats waar recht werd gesproken, maar het kan ook gewoon aangeven dat de beek een watermolen aandreef.

  • Heiligenborre (Watermaal-Bosvoorde)

    Bus 17 van de MIVB verwijst naar deze verdwenen bron. Het raadselachtige hydroniem is immers ook de naam van de eindhalte van die lijn in de zogenaamde Bezemhoekwijk. Er bestaat nog een klein steegje met dezelfde naam maar de bron zelf is niet meer zichtbaar. Wellicht heeft ze letterlijk het onderspit moeten delven als gevolg van de verstedelijking van de wijk. De aanwezigheid van een kerk en vroeger ook een brug, die in 1843 werd vermeld als de Kerkweydebrug, zou een verklaring voor de naam Heiligenborre kunnen zijn. Mensen zouden hier vroeger dus water komen putten in de hoop dat het water een heilzaam effect zou hebben. De bron werd al in de 15e eeuw vermeld en komt nog voor op een kaart van het einde van de 19de eeuw. Ze leverde water aan de romantisch genaamde Zwaanewijdebeek.

  • Kerkbron (Watermaal-Bosvoorde)

    Deze bron komt voor op de Vandermaelenkaart (1846-1854) en bevond zich stroomopwaarts van de Heiligenborre. Ze voedde de Zwanewijdebeek.

  • Bron van de Roodebeek (Sint-Lambrechts-Woluwe )

    De Roodebeek ontsprong ooit ter hoogte van het Georges Henripark (ooit een kerkhof) in de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe. De Roodebeek is een inmiddels verdwenen beekje dat na het metrostation Roodebeek in Sint-Lambrechts-Woluwe in de Woluwe uitmondde. Net als de steenweg en het gehucht dat zich hier ooit bevond, werd het metrostation dus naar die verloren gegane beek vernoemd. Deze bron ontsprong een paar honderd meter van een andere bron, die het begin vormde van een andere Roodebeek (ook wel de Josafatbeek genoemd) en die in de tegenovergestelde richting wegstroomde, aan de andere kant van de waterscheidingslijn. Die andere Roodebeek was een zijrivier van de Maalbeek.

  • Bron 'Den Blauwen Bak' (Evere)

    De naam van de school 'La Source' ('de bron', nvdv), in de Doolegtstraat in Evere, verwijst naar een bron die vandaag niet langer bestaat. De bron bevond zich op amper enkele meters van de school, op het kruispunt van de Marnestraat en de Doolegtstraat. Ze droeg de naam 'Den Blauwen Bak', naar de vergaarbak in blauwe steen die het water opving dat uit de grond opsteeg. Die bak was zelf afgeschermd door een gemetselde nis die er wat als een kapelletje uitzag. Het water was kristalhelder en de inwoners van Evere kwamen hier water halen en hun groenten wassen. In 1904 zou de nis helaas moeten plaatsmaken voor een dikke muur die een verzakking van het talud moest tegengaan. De bron zal aanvankelijk blijven vloeien, maar discreter en via een opening onderaan de muur. Later wordt ze uiteindelijk helemaal begraven. Komt er nog water tot aan de voet van die muur, onder het asfalt? En zo ja, zouden we het hier ooit opnieuw kunnen zien opspatten?

  • Sint-Vincentiusborre (Evere)

    Zou de Kerkebeek haar naam misschien te danken hebben aan de aanwezigheid van de nabijgelegen parochiekerk van Sint-Vincentius? Het lijkt erop dat de patroonheilige zijn naam in elk geval aan een bron heeft verleend. Een pad in de buurt - dat nu echter verdwenen is - droeg indertijd immers de naam 'Sint Vincent Borrewegel' (waarbij 'borre' voor 'bron' staat). De Heilige Vincentius (607-677), die eerst abt was en daarna kluizenaar werd, was afkomstig uit Henegouwen. In Neder-Over-Heembeek vinden we nog een bron terug die aan zijn zoon, de Heilige Lendrik is gewijd. Die richtte in 675 in Evere immers een kapel ter ere van zijn vader op en die vormde dan later de basis voor de huidige kerk.

  • Sint-Servaasput (Schaarbeek)

    Deze bron, terug te vinden op de Vandermaelen-kaart (1850-1854), gaf het ontstaan aan een klein beekje, de Sint-Servaas, die nog vermeld wordt in de atlas der onbevaarbare waterlopen uit 1882, en die wat verderop in de Maalbeek stroomde. De put bevond zich niet ver dan de (oude) Sint-Servaaskerk (13de eeuw). Sint Servaas was één van de eerste predikers en bisschoppen van onze streken (Tongeren en Maastricht) in de 4de eeuw. Zowel in Maastricht als in Luik zou hij op mirakuleuze wijze, met zijn staf, bronnen doen ontstaan hebben.

  • Sint-Elisabethbron (Schaarbeek)

    Deze bron komt eveneens voor op de Vandermaelen-kaart (1850-1854), weze het niet bij naam. De korte beek die zij voedde, de Sint-Elisabeth (zijbeek van de Maalbeek), staat vermeld in de atlas der onbevaarbare waterlopen van 1882. De bron bevond zich in de driehoek begrensd door de huidige Jerusalem-, J. Brand- et E. Laudestraat. Een Schaarbeekse kerk is nog steeds aan deze heilige gewijd.

  • Bronnen van de Roodebeek/Josafatbeek (Schaarbeek)

    De Roodebeek (ook bekend als de Josafatbeek) ontstond vroeger uit twee beekjes die gevoed werden door bronnen in het voormalige Linthoutbos. De eerste van die bronnen ontsprong ter hoogte van het huidige E. Plaskyplein, terwijl de tweede zich bij het Ereperk der Gefusilleerden achter de RTBF bevond. Beide beekjes kwamen samen in de buurt van de tennisbaan aan de E. Cambierlaan, op de plaats die vroeger bekend stond als de Kattepoel, om dan omlaag te kronkelen langs een helling en uiteindelijk in de Maalbeek uit te komen. Hoewel het bovenste deel van de beek (en haar twee bronnen) inmiddels verdwenen zijn, stroomt een deel van de beek nog door het Josafatpark, waar ze gevoed wordt door de Minneborre. Tot slot vermelden we nog dat het water van een van deze bedolven geraakte oorspronkelijke bronnen nog steeds naar de rioolcollector stroomt.
    Meer weten (FR) >>

  • Bron van de Leybeek - Doolofbeek (Vorst)

    De bron van deze beek bevond zich ter hoogte van de kruising van de huidige Ukkelselaan en Zamanlaan. De vijver gelegen op de site van de Franse Gemeenschap op de Van Volxemlaan is het enige nog zichtbare overgebleven element van de oude loop van deze beek. Momenteel loopt een project, uitgevoerd door de gemeente Vorst om deze bron te lokaliseren en op termijn te herwaarderen.

  • Bron van de Ijsbakbeek (Vorst)

    Het water van deze overvloedige bron kwam vroeger uit de grond ter hoogte van de Bergstraat (huidige Monte-Carlolaan) en werd ooit naar de 'Eysbac' geleid, een bassin om dit water op te vangen (er was trouwens ook een wasplaats op deze locatie). Vervolgens werd het water via de Pastoorstraat aangevoerd naar de abdij en daar verdeeld over de verschillende gebouwen. Met de aanleg van de spoorlijn werd een duiker gebouwd zodat het stroompje deze nieuwe hindernis kon passeren, vlakbij het station Vorst-Oost. Deze duiker vangt nog het drainagewater van het talud op. Aan het einde van deze doorsteek, op de hoek van de Luikstraat en de Pastoorstraat, zal binnenkort een ondiepe, beplante verlaging worden aangelegd, bedoeld om dit heldere water op te vangen, waar het kan infiltreren en het grondwater voeden, een zogenaamde ‘regentuin’.

  • Bron van de 'Beukenberg' (Vorst)

    Deze bron moet vroeger gelegen geweest zijn op het kruispunt van de Victor Rousseaulaan met de Beukenberg. Het water ervan voedde twee openbare fonteinen: de Sint-Denijs-fontein op het gelijknamige plein en een fontein in de Waterstraat tegenover de oude openbare baden. Toen het bronwater niet meer naar deze fonteinen stroomde, werd het vervangen door stadswater en dat tot in de jaren ‘90. Momenteel leidt de gemeente Vorst een project voor het lokaliseren en opwaarderen van deze bron.

  • Sint-Denijsfontein (Vorst)

    Deze fontein prijkte op het Sint-Denijsplein en heeft een stenen bedekking. Ze werd gevoed door water uit de bronnen aan de voet van de Beukenberg, boven de spoorweg. In de 14de eeuw werd er in teksten al melding gemaakt van de 'Sint-Denysborr'. In de 17de eeuw was ze gekend onder de naam 'IJsborre' en voorzag de inwoners van het dorp van drinkwater. In tijden van droogte viel de fontein niet zelden zonder water. In 1718 werd een beeldje van de heilige Benedictus bij de fontein geplaatst die dan de naam van deze patroonheilige overnam. Ten gevolge van de onrust die uit de Franse Revolutie voortvloeide, verdween het beeldje in 1795 van het tappunt en werd het hydroniem opgegeven. Het monument werd daarop omgedoopt tot 'Sint-Denijsfontein' en draagt die naam nog altijd.

  • Bron van de Zandbeek (Vorst)

    Deze bron bevond zich tussen de huidige Bamboestraat en de Haveskerkelaan. In de 19de eeuw werd een duiker aangelegd om de Zandbeek onder de spoorweg door te leiden. De kronkelende beek passeerde dan een aantal vijvers, tussen de J.B. Baeckstraat en de Stuart Merrilllaan, alvorens zijn weg te vervolgen naar het Bemptpark. Oorspronkelijk mondde de Zandbeek uit in de Geleytsbeek. Op een bepaald moment in de 19de eeuw werd de Zandbeek afgeleid naar de Zenne en moest ze daarom via een duiker onder de Geleytsbeek door passeren. Hoewel de duiker nog steeds bestaat is de waterloop zelf intussen helaas verdwenen. De gemeente Vorst heeft echter een project om de bron op te sporen en te herwaarderen.

  • Bron van de Vossegatbeek (Vorst)

    De bron van deze kleine beek bevond zich ter hoogte van de Val Fleurilaan, een beetje hoger dan het station van Ukkel Stalle, op de hoek van de Victor Allardstraat. Door middel van een duiker passeert hij onder de spoorwegberm om verder te lopen naar het Jacques Brelpark. Hoewel de duiker momenteel gedeeltelijk verstopt is, worden de vijvers van het park nog steeds gevoed door ondergronds water. De Vossegatbeek vloeide samen met de Zandbeek onder aan de Stuart Merilllaan. Mogelijk stroomt het bronwater van deze beek nog steeds in de riolering.

  • Bronnen van de Sparrenbossen (Ukkel)

    Deze drie bronnen lagen vlak naast elkaar en worden vermeld op de Vandermaelenkaart uit het midden van de 19e eeuw. Volgens de kaart lijken ze samen de Gaasbeek te vormen, een beek die nog steeds bestaat en die vlak bij de Borreweg – kort voor het Kriekenputreservaat – samenvloeit met de Kinsenbeek. Hoogstwaarschijnlijk zijn de bronnen verloren gegaan in de jaren 1940 bij de aanleg van het kerkhof van Verrewinkel, waarvoor een deel van de vallei werd opgevuld. Hun naam danken ze misschien aan een aanplanting van naaldbomen op een perceel dat het ‘Bremensbosch’ werd genoemd. Die grond was ooit eigendom van de Sint-Elooistichting en later van de Stad Brussel en werd uiteindelijk, rond 1870, opengekapt.

  • Bron, Hauwaertkapel (Ukkel)

    Volgens sommigen heeft er ooit een bron bestaan in het meest stroomopwaarts gelegen deel van de vallei van de Gaasbeek (ook wel Tetteken Elst genoemd). Die bron zou langs de Dolezlaan hebben gelegen, tegenover de Onze-Lieve-Vrouw van Vredekapel, die ook wel bekend staat als de Hauwaertkapel (naar Petrus Hauwaert, een woudmeester die het kapelletje in 1760 terug opbouwde). In een nummer van het tijdschrift Ucclensia uit oktober 1975 staat te lezen: “De Hauwaertkapel werd vroeger de Zierhaves-kapel genoemd (‘de kapel die de pijn bijhoudt’). Mensen met tandpijn, of die gebukt gingen onder een of andere wonde, kwamen naar de kapel met omzwachteld hoofd of ander lichaamsdeel. Nadat ze hun gebed hadden uitgesproken, maakten ze de windels gauw los, wreven ze ermee over de plaats waar ze pijn hadden om ze vervolgens rond een van de dennen in de omgeving te binden. Daarna liepen ze zo snel als ze konden weg, terwijl ze uitriepen: “Haaft de pijn! Haaft de pijn!” (“Houdt de pijn bij! Houdt de pijn bij!”). (…) Het bijgeloof was duidelijk sterker dan het religieuze gevoel en het is goed mogelijk dat dat soort heidense gebruiken in nog langer vervlogen tijden ook van toepassing waren op een boom of een bron, waaraan dus geneeskrachtige eigenschappen werden toegeschreven. Bestond er trouwens geen bron vlak bij de kapel, die enkele tientallen jaren geleden bedolven is geraakt onder meters grond?” Het feit dat er een bron bestaat in de nabijheid van de kapel, aan het begin van de vallei van de Gaasbeek (voordat die werd opgevuld) op zo’n honderd meter hoogte, kan verklaard worden door een vrij ondoorlaatbare laag van zanderig klei (Asschiaan) in de ondergrond. Bij hevige regenval raakt die laag verzadigd met water en ontstaan er soms tijdelijke bronnen.

  • Roosendaalbron (Ukkel)

    Een klein beetje lager dan de weg naar de Hoeve van Ukkel, in het Vronerodepark, werd de Roybeek vroeger ook gevoed door de Roosendaalbron. Die werd waarschijnlijk vernoemd naar het Roosendaalbos dat zich op deze plek bevond. Die bron wordt met naam en toenaam vermeld op de Vandermaelenkaart (1846-1854).

  • Bron van de Sint-Jobbeek (Ukkel)

    Deze bron bevond zich ooit bij Diesdelle en vormde het begin van de – inmiddels ook alweer verdwenen – Sint-Jobbeek. Die beek mondde ter hoogte van de kruising van de Sint-Jobsesteenweg en de Dolhezlaan uit in de Geleytsbeek.

  • De fontein van Stalle (Ukkel)

    Deze (vandaag verdwenen) fontein hadden we te danken aan Meester Jacques Bouton, een advocaat die haar omstreeks 1650 liet aanleggen, tegelijk met de bouw van een riante woning met park en visvijvers, op een stuk grond gelegen tegenover de kapel van Stalle (15de eeuw). Het water ontsprong in het midden van een grote barokke kuip (6,7m diameter 1,1m diepte), die bijna 40.000 liter water kon bevatten! Het water dat deze fontein voedde, werd via een ondergrondse leiding aangevoerd vanaf een bron die zich vermoedelijk bevond ter hoogte van de huidige Gatti de Gamondlaan, enkele honderden meters verderop. Twee eeuwen later, in 1850, werd het domein aangekocht door de familie Allard, die de fontein behield. De overloop van de fontein van Stalle bevoorraadde een openbare fontein tegen de muur van het park (rechtover het nummer 66 van de Stallestraat), waar de bewoners nog tot diep in de jaren ’40 water kwamen putten. Tegen het begin van de jaren ’70 was het park volledig verwaarloosd en bleef er van de mooie fontein slechts een gecementeerde kuip over, vol met brokstukken (ter hoogte van het nummer 62 van de Stallestraat). Op basis van de overgebleven brokstukken maakte een lid van de historische kring Ucclensia een schets van hoe de fontein er in haar volle glorie zou uitgezien hebben. Er bleek een sterke gelijkenis met de fontein op de erekoer van het Rood Klooster in Oudergem, die enkele jaren geleden werd hermaakt.

  • Kattebron, Rode Bron (Ukkel)

    Op de Vandermaelenkaarten uit de 19de eeuw vinden we twee verdwenen bronnen terug, de Rode Bron en de Kattebron. Intussen zijn de bronnen al lang verdwenen onder de grond, achteraan de sporthal van het Collège Saint-Pierre langs de Coghenlaan. Beide bronnen voedden destijds een beekje dat in de Ukkelbeek uitkwam en dat naar het zuiden stroomde, tussen de Coghenlaan en de Dekenijstraat.

    De Rode Bron ontleent wellicht haar naam aan het roestkleurige water, te wijten aan de ijzerhoudende ondergrond. In de buurt van deze verdwenen bron, in de tuin van een lagere school, bevindt zich overigens nog steeds een bron met dezelfde karakteristiek. De Kattebron ontleent waarschijnlijk haar naam de Kattewijk, op enkele honderden meter van de bron. Het oud-Nederlands ‘catte’ had niets met een kat te maken, maar duidde een hogergelegen plaats aan, wat wel degelijk het geval was voor het oude gehucht ‘de Kat’. Vandaag nog dragen in deze wijk een speelplein, een kinderdagverblijf en een kroeg de naam van het gehucht van weleer. Zou de cafébaas weten dat er zich hier in de 15de eeuw reeds een herberg bestond met de naam ‘De Catte’?

  • Kerkborre (Ukkel)

    Een beetje ten zuiden van de Rode Bron en de Kattebron vermeldt de Vandermaelenkaart (1846-1854) de Kerkborre, een naam die misschien verband houdt met de nabijgelegen Sint-Pieterskerk. Nog ietsje lager op dezelfde kaart, zo’n 500 meter verder langs de Alsembergsesteenweg, staan nog eens drie bronnen getekend, weliswaar zonder naam.

  • Boetendaalbron (Ukkel)

    Volgens J.J. Jespers zou de plaatsnaam Boetendaal betekenen ‘vallei van de boetelingen’. Halverwege de 19e eeuw vermeldt Philippe Vandermaelen op de naar hem vernoemde kaart de aanwezigheid van water in die vallei, en dus noemt hij dat punt de ‘Boetendaalbron’. In de 13e eeuw werd een kluis gebouwd in de beboste vallei van Boetendaal en later, in de 15e eeuw, bouwden de franciscanen op diezelfde plek het Boetendaalklooster. Gezien de nood aan water voor de vijver, de tuinen enz. lag het klooster vlak bij een aantal bronnen, niet ver van de Sukkelweg. In 1798 vermeldt de landmeter Derijcke in een inventaris voor het zuidelijke deel van het klooster “een overvloedige stroom water uit een bron die zich aan de noordkant van deze plaats bevindt.” Aan het begin van de 20e eeuw werd op een aanpalend stuk grond, een beetje hoger gelegen dan de Roze Hoeve, een lustslot met de naam Château de la Ramée gebouwd. De vijvers van dat domein werden gevoed door een bron (de Boetendaalbron?) die opborrelde aan de voet van de beboste helling boven het domein. In een artikel over het Ramée-domein verwijst het tijdschrift Ucclensia (mei 1978) naar die bron: “Tot besluit van deze bijdrage over het domein dat op het punt staat om te verdwijnen, moeten we het bestaan vermelden van een bron van helder water waar veel inwoners van Ukkel gebruik van maakten. Die bron lag onderaan de helling die soms Golgotha of galgenberg wordt genoemd en die uitkijkt over het begin van de Sukkelweg (‘weg van ellende en lijden’). Het bronwater borrelde daar op uit een steen in een uithoek van het domein, onderaan een klein perceeltje bos. Buurtbewoners mochten de bron vrij bezoeken en kwamen er van ’s ochtends tot ’s avonds hun kruiken en flesjes vullen met levenskrachtig water, terwijl kinderen er in de buurt speelden. Er was ook een legende verbonden aan de bron. Ten tijde van de hertogen van Bourgondië en van Filips II werden terdoodveroordeelden een laatste keer tot bij de bron geleid. Met de strop om de hals liepen ze eerst door de steegjes en paden van Boetendaal, door de eerder vermelde Sukkelweg, om ten slotte te drinken van de Boetendaalbron voordat ze boven op de heuvel de dood in gedreven zouden worden.” Op de NGI-kaarten van 1873 en 1904 staat nog een bescheiden beekje dat wellicht gevoed werd door de bron en dat in de richting van de Roze Hoeve stroomde om uiteindelijk uit te monden in de Ukkelbeek. Samen met de bron is ook die beek verdwenen door de verstedelijking van deze wijk.

  • Koeiestaartbronnen (Ukkel)

    In het stroomopwaarts gelegen deel, waar de Linkebeek/Verrewinkelbeek nog in open lucht stroomt, doorkruist die beek een drassig gebied, op een plaats waar de oude kaarten van Vandermaelen (19e eeuw) de aanwezigheid van bronnen onder de naam Koeiestaartbronnen aangeeft. Bestaan die nog steeds?

  • Bronnen van de Koperbeekvallei (Brussel)

    De Koperbeek ontsprong op een laaggelegen terrein aan de voet van het paleis op de Koudenberg, net naast de Koudenbergpoort (een van de zeven poorten in de eerste omwalling), ter hoogte van het huidige kruispunt van de Brederodestraat en de Naamsestraat. Het beekje stroomde van daar naar het noordwesten, door een vijver bij het paleis en mondde uiteindelijk uit in de Zenne nabij de Sint-Niklaaskerk, in de benedenstad. Als gevolg van grondwerken werd de vallei gedempt en verdwenen de bron en de beek onder tonnen aarde. Een deel van de beekvallei is echter nog goed zichtbaar aan de overkant van het Koninklijk Paleis (bij de ingang van het Warandepark). Daar bevindt zich trouwens nog steeds een klein rechthoekig waterbekken. In een boek uit 2014 (‘Le Palais de Coudenberg’) maakt de auteur gewag van het hydroniem ‘Koudenborre’ (of ‘koude bron’), wellicht verwijzend naar een bron die zich op de Koudenberg moet hebben bevonden. Deze precieze bron is inmiddels verdwenen, al bestaat er nog een gelijknamige bron in Ukkel en in Lennik, ten westen van Brussel (waar de lokale Koudenborre trouwens mooi verfraaid werd).

    Lager in het dal, ter hoogte van de huidige rotonde van de Ravensteingalerij, werd in de 15e eeuw een achthoekig stenen waterreservoir aangelegd dat bekendstond als de Grote Pollepel. Het reservoir werd gevoed door water uit de grondwatertafel, bronnen en nabijgelegen putten. Vanuit het reservoir werd een waterleiding gevoed die openbare fonteinen van water voorzag. Het waterreservoir werd steen voor steen afgebroken in de jaren vijftig en heropgebouwd in de tuin van het Egmontpaleis, waar het nog steeds te zien is.

  • Bronnen van de vallei van de Smaalbeek (Brussel)

    Ook de Smaalbeek (letterlijk 'smalle beek'), soms wel Ruisbroekbeek genoemd, ontsprong bij de Koudenbergpoort, en liep vervolgens langs de Ruisbroekstraat. Op het einde van de Middeleeuwen hadden de inwoners van de stad Brussel op deze plek keuze uit maar liefst 35 watertappunten (bronnen en putten) om zich van drinkwater te voorzien. Hier, op de oostflank van de Zennevallei, loopt immers een belangrijke grondwaterlaag, en behalve de Smaalbeek stroomden hier ook de Koperbeek en de Zavelbeek. Vanaf het einde van de 13e eeuw ontstond in de drie valleien geleidelijk aan een netwerk van waterleidingen, dat werd gevoed door water uit bronnen, putten en grondwater. Om die manier ontstonden er extra watertappunten en konden mooi vormgegeven fonteinen in de benedenstad gevoed worden. Die fonteinen bevonden zich vaak in de directe omgeving van de politiek en economisch belangrijkste plaatsen. De drie waterleidingsnetwerken kwamen samen op de Grote Markt.

    Een belangrijke bron die een leiding van het waterleidingnet van de Smaalbeekvallei voedde, bevond zich aan het begin van de Ruisbroekstraat. In het begin van de 17e eeuw bouwden de jezuïeten er een klooster, en ze plaatsten hun kapel... boven op de bron. De aanwezigheid van de bron onder het gebouw veroorzaakte later trouwens stabiliteitsproblemen. Het waterleidingnet van de Smaalbeekvallei voedde onder meer een fontein aan het Sint-Jansplein en de fontein tegen de Sint-Gorikskerk. Die kerk was lange tijd gewijd aan de beschermheilige van de parochie en zijn standbeeld sierde dan ook de fontein. Tijdens de Franse Revolutie werd de fontein vernield, waarna ze aan het begin van de 19e eeuw werd vervangen door een monumentale fontein met een obelisk (afkomstig van de abdij van Grimbergen). Die is nog steeds te bewonderen in de Sint-Gorikshallen.

  • Bronnen in de vallei van de Zavelbeek (Brussel)

    De Zavelbeek ontsprong bovenaan de Kleine Zavel ... op bijna exact dezelfde plaats waar sinds 1879 de imposante fontein van de graven van Egmont en Hoorn staat. De plaatsnaam ‘zavel’ verwijst naar het zeer fijne zand dat op deze plaats in de zandgroeves werd gewonnen. De Zavelbeek stroomde langs de kerk van Onze-Lieve-Vrouw ter Zavel, volgde dan de Rollebeekstraat (genoemd naar een andere naam voor dezelfde beek), en mondde uiteindelijk uit in de Zenne ter hoogte van het huidige Fontainasplein.

    Het kleine waterleidingnetwerk in deze vallei (dat voor een deel nog zou bestaan) werd gevoed door bronnen, en de hoofdleiding van het netwerk liep onder het huidige Dinantplein door. Het netwerk voedde ook verschillende fonteinen in de benedenstad. Een van die fonteinen was de beroemde fontein van Manneken Pis, die al in 1377 werd vermeld en die in een document uit 1452 ook de Juliaenkensborre wordt genoemd. Het stenen beeldje van het Brusselse 'ketje’ werd in 1619 vervangen door een exemplaar in brons. De drinkwaterleiding voedde verder nog vier fonteinen aan de achterkant van het Brusselse stadhuis, en ten slotte ook de Fontein van de Drie Maagden (ook wel de Fontein van de Drie Godinnen genoemd), bij het koorgedeelte van de Sint-Niklaaskerk en die al in de 14e eeuw werd vermeld.

  • Bron van de Elsbeek, Bronstraat (Sint-Gillis)

    De bron van de Elsbeek, verdwenen waterloop die vroeger in de Zenne uitmondde, bevond zich in het hoog gedeelte van de Bronstraat (ter hoogte van de kruising met de Capouilletstraat). De naam van deze straat, die in 1865 werd aangelegd, werd daar trouwens van afgeleid. Andere bronnen kwamen in de beek terecht ter hoogte van de Louis Moricharplein.

  • Bronnengebied, Louis Moricharplein (Sint-Gillis)

    Deze vochtige zone was vroeger bezaaid met talrijke bronnen. Ze heette oorspronkelijk 'Bruckelijnsbosch' en later 'Bronnengebied'. Vandaag is dit het Louis Moricharplein. Die bronnen werden al erg vroeg gewonnen en via leidingen gekanaliseerd om de kloosters van Brussel, zoals het Sint-Pietersziekenhuis, van water te voorzien. Rond 1660 kocht de stad Brussel het terrein van het klooster van de Rijke Klaren, dat er eigenaar van was. De stad liet er twee reservoirs en afvoerleidingen aanleggen om diverse openbare waterkranen in de stad van drinkwater te voorzien (de Zavelfontein, fontein van de Kerk van Onze Lieve Vrouwe Ter Kapelle, ...). Maar het water voerde ook naar een aantal kloosters en burgerwoningen. In het midden van de 19de eeuw werd een moderner waterdistributienet opgezet en sindsdien wordt het water van de bronnen niet langer benut. Momenteel wordt er nagedacht over mogelijke andere bestemmingen voor het grondwater van dit terrein in de vallei van de Elsbeek.

  • Bron, Hallepoort (Sint-Gillis)

    Deze bron ontsprong in de buurt van de Hallepoort en voedde vroeger een fontein in de Hoogstraat, de 'Fontein van Keizer Karel V'.

  • Fontein van Marcius / Martsborre (Anderlecht)

    Deze bron wordt vermeld in een tekst van Alphonse Wauters, een historicus uit de 19e eeuw en auteur van het boek "Histoire des environs de Bruxelles". Volgens hem moet de bron langs de oude baan van Brussel naar Lennik gelegen hebben. Een andere auteur situeert de bron in het Busselenbergpark, en nog een andere in het Astridpark. De Fontein van Marcius of Martsborre – Marci fons in het Latijn – is een hydroniem dat volgens A. Wauters verwijst naar de naam van een landeigenaar van Romeinse origine. In de Oudheid werd Anderlecht inderdaad bezet door de Gallo-Romeinen, die hier bij het begin van onze jaartelling een Gallo-Romeinse villa met thermen bouwden. Werden die baden gevoed met water uit de Martsborre, of door een andere bron? Dat is niet bekend. De villa bevond zich op een heuvel tussen de vallei van de Zenne en die van de Neerpedebeek, op een plaats die bekendstond als het Sint-Annaveld. Bij archeologische opgravingen aan het einde van de 19e eeuw werd op die plaats een klein bronzen beeldje opgegraven dat de god Mars voorstelde. Vandaar is het is maar een kleine stap om te bedenken dat deze bron gewijd was aan de god van de oorlog, in plaats van aan landeigenaar Marcius.

  • Bronnen, Vijverpark (Anderlecht)

    Tot het einde van de jaren 1950 stroomde de Neerpedebeek nog door een uitgestrekt, gemengd landbouwgebied van akkers en weilanden. Op een kaart uit 1939 van het NGI is te zien dat de beek gevoed werd door twee bronnen. Die moeten zich aan de rand van de huidige Marius Renardlaan bevonden hebben, vlak bij de Carrefour-winkel. In de jaren 1960 werd op de valleibodem een stadspark aangelegd met aan de rand daarvan hoge gebouwen. Dat is het Vijverpark, dat zijn naam dankt aan de visvijvers die een groot deel van deze groene ruimte uitmaken. De twee bronnen op de oude NGI-kaart zijn wellicht verdwenen tijdens de werkzaamheden voor de aanleg van dat park. Toch zou het kunnen dat die bronnen de vijvers nog steeds voeden, via een ondergrondse buis. Het heldere water van de vijvers wijst er alleszins op dat er ergens nog steeds zuiver water wordt aangevoerd.

  • Cuypborre (Anderlecht)

    Deze helderwaterbron voedde destijds een fraaie vijver in het domein van het zg. Klein Kasteeltje, aan de Broekbeek, ter hoogte van het huidige Rechtsplein. Dit buitengoed dat reeds vanaf de 14de eeuw vermeld wordt, was in de loop der eeuwen in bezit van diverse families. Tegen het einde van de jaren 20 van de vorige eeuw, moest dit prachtige domein plaats maken voor een groot appartementsgebouw, in het kader van de uitbreiding van de Miniemenwijk. Een deel van het kasteeltje bleef echter bewaard, ingebed in een bijgebouw aan een binnenkoer, net zoals de bron die in een put werd gestoken, naast de toeganspoort van het oude landhuis. In 1978 werd het appartementsgebouw afgebroken en heropgebouwd, maar bij die gelegenheid gingen zowel de bron als de laatste delen van het oude kasteel definitief verloren.

  • Sint-Guidobron (Anderlecht)

    Aan de voet van de noordelijke helling van de Weeldenberg, waar eertijds de Broekbeek liep, kwamen tot in de jaren vijftig de inwoners van de wijk en de pelgrims nog water halen bij de beroemde Sint-Guidobron, aan het kruispunt van de Erasmus- en de Instituutstraat. Naar het scheen, bezat dat water bovennatuurlijke eigenschappen die voor veel wonderbaarlijke genezingen hebben gezorgd. De bron was gewijd aan de heilige Guido, de patroonheilige van de gemeente Anderlecht, wiens relikwieën in de nabijgelegen kapittelkerk worden bewaard. De legende verhaalt dat de heilige (die omstreeks het jaar 1000 leefde) het water met een tik van zijn stok liet opborrelen. Een trap met zeven treden leidde tot bij de bron, omgeven door een bakstenen muur, vermoedelijk gebouwd in 1786. Boven de bron bevond zich een gedenksteen met de tekst: St Guido O. P. N. (Ora Pro Nobis) 1786.

    In juli 1954 besliste het schepencollege het bouwwerk dat blijkbaar het verkeer hinderde, af te breken. Er werd een leiding gelegd naar het nabijgelegen Sint-Annaziekenhuis zodat de pelgrims konden blijven wonderdadig water tappen, in de doorrit van de ambulances. Sint-Anna wordt in onze streken trouwens vaak aan bronnen en stroompjes gelinkt.

    Het water van de aquifer waaruit de bron ontstond, zou in de jaren ‘70 worden vervuild door de diverse urbanisatiewerken (metro,...) die de ondergrond van de heuvel hebben verstoord. Na eeuwenlang water te hebben geleverd aan inwoners en pelgrims, is de Sint-Guidobron uiteindelijk volledig uit het Anderlechtse landschap verdwenen. Het bronwater wordt vandaag de dag wellicht naar de riolering geleid. Een riooldeksel, versierd met een achtpuntige ster, herinnert nog aan de verdwenen bron. Zou het niet mooi zijn om, zoals in sommige andere steden, het water hier opnieuw aan de oppervlakte te brengen? Enkele schietgebedjes tot Sint-Guido zullen wellicht niet overbodig zijn als we dit in de nabije toekomst gerealiseerd willen zien…

  • Pippezijpbron (Anderlecht)

    Deze bron met een behoorlijk debiet, bevond zich op een hoogte boven de Broekbeekvallei, op de grens tussen Anderlecht en Dilbeek, tussen de gehuchten Het Broek en Koudenaard. Het bronwatrer was rijk aan kalk, dat werd afgezet op de planten in de beek die door haar gevoed werd, om er tufsteen te vormen. De beek die eveneens Pippenzijp heette, was een zijbeek van de Broekbeek, die nabij Kuregem in de Zenne vloeide.

    De Pippenzijpbron wordt al vermeld in een document van de 13de eeuw. In die tijd werd ze gesitueerd in een weide behorend tot de hoeve van Itterbeek, die de hele vallei besloeg. Het domein ging over van de hertogen van Brabant naar die van Boergondië en in het midden van de 15de eeuw schenkt Filips De Goede zijn Pippenzijpebron aan de Kartuizers van Scheut. De bron was versierd met indrukwekkende steenblokken en bevond zich vlakbij een kapel gewijd aan de heilige Bruno, stichter van de Kartuizers (het gebouwtje zal kort na de Franse Revolutie vernietigd worden). In 1608 bekomt de hertog van Aumale van het Kartuizersklooster dat het bronwater van de Pippenzijp naar zijn tuin in Anderlecht wordt geleid. Andere dorpelingen en ook het gasthuis genoten eveneens van deze aanvoer van vers water. Zo heeft deze bron gedurende eeuwen drinkwater geleverd aan de Anderlechtenaren, tot ze verdween bij de aanleg van de ring in de jaren ’70 van de 20ste eeuw. Vandaag rijden er dagelijks duizenden auto’s over deze bron, bedolven onder tonnen grond, maar niet vergeten! In Anderlecht bestaat er nu nog steeds de Pippenzijpestraat en in Dilbeek, wordt de naam van deze oude bron nog gedragen door een taverne, een folkloristische groep en een parkje naast de ring. Het zou mooi geweest zijn indien het water van de bron was afgeleid zodat het hier verder in open lucht had kunnen stromen...

  • Gertrudisbron (Sint-Jans-Molenbeek)

    Het water van deze bron borrelde op in de buurt van het rechterschip van de oude Sint-Jan-de-Doperkerk (1597-1836), niet ver van de plek waar de huidige kerk zich bevindt. Tot omstreeks 1912, toen de bron werd dichtgegooid, kwamen de gelovigen er water putten. Ze kenden dat water trouwens bijzondere kwaliteiten toe en gebruikten het om hun vee tegen ziektes te beschermen en om muizen en ratten te verjagen. De bron draagt de naam van de heilige Gertrudis, die in de 7de eeuw de abdij van Nijvel oprichtte. Volgens de legende tikte de heilige tijdens een uitstap naar Molenbeek op het terrein van de toekomstige kerk met haar abdisstaf op de grond en ontsprong daar zo de bron. Binnen de parochie loopt de cultus van de heilige Gertrudis trouwens tot op vandaag verder.

  • Brongebied (Laken)

    "Met gebaren beeldt Pierre Van Nieuwenhuysen, de auteur van Historische Toponymie van Laken, uit dat ‘bron’, uit het Indo-Germaanse bh(e)re, verwant is met ‘branden’ en ‘bruisen’. (...) Van Nieuwenhuysen vond in oude kerkregisters tal van Lakense borre(ke)s die allang niet meer bestaan. Enkele tot de verbeelding sprekende hydroniemen zijn het borreken zonder gront of Glaaskeborre met water vermoedelijk zo helder als glas." (Bron: BRUZZ, An Devroe, 06/08/2014)

  • Bron van de Heizelbeek (Laken)

    Uit deze bron ontsprong de Heizelbeek, in het enigszins op een hoogte gelegen gehucht Ossegem. Tegenwoordig ligt daar het pleintje langs de Jan Palfynlaan, tegenover het Koning Boudewijnstadion (en waar ooit de boerderij van Ossegem moet hebben gestaan). Die Heizelbeek liep vervolgens langs de uitlopers van het plateau, waar ze gevoed werd door nog een aantal andere bronnen. Het was een zijrivier van de Molenbeek en in 1312 werd ze al vermeld onder de naam Hieselbeke. Haar naam dankte ze aan een ander nabijgelegen gehucht dat op een kaart uit het midden van de 19e eeuw Heyssel werd genoemd. Dat Germaans toponiem zou verwijzen naar een mager grasland of een heuvel. Kort voor de Wereldtentoonstelling van 1935 besloot de Stad Brussel om het oorspronkelijke terrein van Ossegem om te dopen tot Heizel, een naam die ook werd gebruikt voor de Tentoonstellingspaleizen en het stadion, die toen gebouwd werden. De bedding van de Heizelbeek is uiteindelijk volledig verdwenen als gevolg van de enorme verstedelijking van de vallei in de 19e en 20e eeuw, maar onder de grond blijft het water van haar bron nog steeds stromen en eindigt het roemloos in de riolen. Wie weet ziet deze bron ooit weer het daglicht, dan zou er over het pleintje langs de Jan Palfynlaan terug een beek stromen...

  • Bron van de vijver in het Ossegempark (Laken)

    Deze bron vormde ooit het begin van een zijriviertje van de Heizelbeek waarvan de naam helaas niet (meer) bekend is. Die beek stroomde langs het gehucht Heizel, over een terrein dat ooit eigendom was van de abdij van Affligem. De monniken ontgonnen stenen op dat stukje grond, wat tot op de dag van vandaag zichtbaar is in het steile reliëf van het Ossegempark. De plaatsnaam Ossegem gaat zeer ver terug in de tijd en is van Germaanse oorsprong. Hij zou wijzen op de naam van een Frankische familie – de familie Ossa – die hoogstwaarschijnlijk in de streek woonde. Tijdens de Wereldtentoonstelling van 1935 werd het terrein heraangelegd tot een Engelse tuin (met veel schilderachtige uitzichten, weinig rechte lijnen enz.), met daarin een langgerekte vijver op de bodem van het beekdal van die kleine zijrivier van de Heizelbeek. De vijver werd gevoed door de bron van de Heizelbeek. Tegenwoordig wordt het bronwater meteen afgetapt en afgeleid (naar de riolering?). De vijver in het Ossegempark wordt er dus jammer genoeg niet meer door gevoed, waardoor het waterpeil in de vijver aanzienlijk gedaald is.

  • Vroegere Sint-Agathabron (Sint-Agatha-Berchem)

    Op de hoek van het Kerkplein en de Groot-Bijgaardenstraat staat een klein kapelletje dat gewijd is aan de lokale patroonheilige, Sint-Agatha (een Siciliaanse martelares die in de 3e eeuw na Christus leefde). Oorspronkelijk, rond 1720, werd de kapel gebouwd aan de overkant van de straat maar later werd ze naar haar huidige locatie verplaatst. Naar verluidt bevond zich hier ook een bron waarvan het water gebruikt werd om kinderen te dopen. Op datzelfde Kerkplein maakte brouwerij De Kroon tot halverwege de vorige eeuw nog bier, met water van lokale bronnen.

  • Mariënborre (Neder-Over-Heembeek)

    Tussen 1955 en 1959 werd op het terrein van een voormalige groeve de tuinwijk Mariëndaal aangelegd. Daar bevindt zich een straat van nauwelijks 300 m lang die de naam ' Mariënborre' meekreeg. We kunnen ervan uitgaan dat de naam van zowel de tuinwijk als de weg naar een bestaande plaatsnaam verwijst. Hier zou het gaan om een bron (waar 'borre' een oudere benaming voor is) die aan een zekere Marie is gewijd, mogelijk de moeder van Christus.

  • Bron (Neder-Over-Heembeek)

    Deze bron op het kruispunt van de Wimpelbergstraat en de Craetveldstraat is inmiddels overwelfd en het water verdwijnt in de riolering. In de 20e eeuw werd de bron echter nog gebruikt door de bewoners van dit deel van de Heembeekvallei, die er water kwamen putten en er hun vee lieten drinken.

Terug naar 'Dossier - Brusselse bronnen' >>