werkgroep en partner
van Grenzeloze Schelde-
Escaut sans Frontières
vzw/asbl
 
ZENNEKRANT 13 (-> terug naar inhoud)

Onderlinge afstelling van meetinstrumenten, gegevens en communicatie inzake waterbeheer verbeteren

De laatste jaren is onze kennis over o.m. het waterbeheer en de beveiliging tegen overstromingen sterk toegenomen. In dit verband zijn er bijvoorbeeld heel wat nieuwe meetpunten geïnstalleerd op de (onbevaarbare) waterlopen en de bevaarbare waterwegen die vervolgens in een informatiemodel werden samengebracht en die een sterk verbeterd overzicht en inzicht geven over de 'waterontwikkelingen' in elke zone van een rivierwaterbekken.
Bovendien zijn deze gegevens via het internet permanent voor iedereen bereikbaar. Ook weersvoorspellingen en info over gevallen neerslag werden accurater en toegankelijker. Als alle info van o.m. waterstanden, gevallen en verwachte neerslag in de beschikbare beheermodellen aan elkaar gekoppeld wordt, is het zelfs mogelijk om overstromingen te voorspellen (of de kans ertoe), inclusief de plaats waar ze zich waarschijnlijk zullen voordoen.
In Vlaanderen bv. werd de laatste jaren op dit vlak van kennis belangrijke vooruitgang gerealiseerd. De dagen voorafgaand aan het weekend van 14/15 november 2010 werd herhaaldelijk gewaarschuwd voor mogelijke overstromingen in de Zennevallei.

Jammer genoeg is ondertussen gebleken dat in november 2010 de onderlinge interregionale afstelling van de gegevens, hun registratie en weergave, niet volledig compatibel was. Deze situatie maakte dat sommige waterbeheerders geen volledig overzicht hadden over het geheel van het stroombekken, althans niet in het verfijnde, geïntegreerde digitale model, of er misschien in de praktijk onvoldoende gebruik van maakten. Deze nieuwe beheermodellen zouden nochtans toelaten om veel sneller aankomende of te verwachten evoluties of ontwikkelingen op te merken waardoor ook tijdig en meer passend zou kunnen gereageerd of geanticipeerd worden.
Vooral de situatie in Brussel lijkt ons in dit verband problematisch. Als men daar bijvoorbeeld wacht tot bepaalde noodsituaties (bijvoorbeeld een piek van massale waterafvoer) zich effectief manifesteren in Brussel zelf (waarneembaar vanaf de sluis van Anderlecht) in plaats van via de beschikbare digitale meetsystemen langer op voorhand overzicht te verkrijgen op de evolutie in het stroomopwaarts gelegen Vlaamse en Waals kanaalgedeelte, dan ontneemt men zichzelf de nodige tijd en middelen om doeltreffend te anticiperen en reageren. Met in sommige gevallen ook negatieve gevolgen voor de eigen en voor de opwaarts gelegen installaties en streek.
De beelden van het volledig overstroomde sluisplateau van Molenbeek in het weekend van 14/15 november 2010 en de wellicht hiermee verbonden elektriciteitsproblemen voor de werking van deze sluis, geven sterke aanwijzingen van mogelijke disfuncties op dat vlak.
Het zou ook een bijzonder aandachtspunt moeten zijn dat alle mensen die in noodsituaties geacht worden aan een gemeenschappelijk probleem samen te werken, mekaar vooraf kennen, elkaars telefoonnummer hebben en regelmatiger met elkaar communiceren. Vlaanderen, Brussel en Wallonië mogen elkaar op dit vlak mekaar niet langer beschouwen als 'buitenland'.

Coordinatie Zenne


ZENNEKRANT 13 (-> terug naar de tekst)