|
Overstromingen in november 2010 waren geen fait-divers
Opmerkelijke vaststellingen
In het weekend van 13 en 14 november 2010 werd de Zennestreek stroomopwaarts
van Brussel getroffen door zware overstromingen.
Sommige zijrivieren van de Zenne en van het Kanaal Charleroi-Brussel, zoals de
Zuun, de Senette, de Samme en de Hain, traden er buiten hun oevers en de Zenne
zelf zette een deel van het centrum van Tubize onder water.
Maar het meest opmerkelijke feit was wel dat het Kanaal Charleroi-Brussel tussen
Tubize, Lembeek, Halle en Anderlecht op verschillende plaatsen overstroomde met
veel schade aan woningen en bedrijven als gevolg. Dat fenomeen van het overstromend
Zennekanaal
1 is heel zeldzaam.
Wat gebeurde er? In Lembeek werd via de stuw en het overstort op de Zenne eerst
veel water uit de Zenne overgeheveld in het kanaal. Enkele kilometers verder
stroomafwaarts overstroomde het kanaal en zette de smalle zone tussen kanaal en
Zenne in Halle blank. Vervolgens stroomde het water in de Zenne, die plaatselijk
nog over voldoende afvoercapaciteit bleek te beschikken en gelukkig … niet overstroomde.
Tijdens deze crisistoestand werd duidelijk dat de stuwen en overlaten van de
sluizen van Lembeek, Halle, Lot, Ruisbroek, Anderlecht en Molenbeek, die specifiek
moeten instaan voor de afvoer van overtollig water, niet in staat waren de grote
hoeveelheid water van 13 en 14 november 2010 tijdig af te voeren. Deze stuwen, die
in zestig jaar niet werden gemoderniseerd, vormen in crisismomenten blijkbaar de
achillespees van het waterafvoersysteem op het Zennekanaal tussen Ronquières en Brussel.
Opvallend was ook dat er in november 2010 langs Zenne en Zennekanaal alleen in het
gedeelte stroomopwaarts van Brussel overstromingen waren.
Stroomafwaarts Anderlecht, vanaf Sint-Jans-Molenbeek en Brussel-Stad en in de zone
tussen Brussel en de Schelde kon men de toestand langsheen kanaal en Zenne onder
controle houden. Een afvoer van nog grotere hoeveelheden water via de Zenne tussen
Vilvoorde en Zemst zou wellicht voor problemen gezorgd hebben omwille van de lage
bruggen over de Zenne.
Recente rapporten dragen bij tot een goede analyse,
maatschappelijke discussie en fundamentele oplossing.
Recent werd door het
Waterbouwkundig Laboratorium, dat ressorteert onder de Vlaamse
overheid, departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW), een uitvoerig rapport over
de
'Wasgebeurtenissen van 11-16 november 2010' afgeleverd
2. Dit rapport beschrijft
de hydrologische gebeurtenissen van die dagen en maakt ook vergelijkingen en analyses.
Het vermeldt de belangrijkste knelpunten en geeft ook aanwijzingen voor mogelijke
oplossingen, maar het heeft niet als doel echte keuzes aan te reiken over wat moet
gedaan worden om toekomstige schade van overstromingen te vermijden. Het maken van
dergelijke keuzes valt veeleer onder de bevoegdheid van de politieke verantwoordelijken
en van de water- en waterwegbeheerders.
Ook o.a. door Contrat
de Rivière Senne en het
Bekkensecretariaat van het Dijle-Zennebekken werden rapporten en communiqués
opgesteld over de overstromingen van november 2010 in het Zennebekken.
Op de valreep, net vóór het verschijnen van dit artikel, verscheen het rapport van
de Vlaamse Coördinatiecommissie
Integraal waterbeleid(CIW):
'Globale evaluatie overstromingen', 6 maanden na het eerste voorlopige rapport
van de CIW, nl. 'Overstromingen 13 - 16 november 2010 - Evaluatie op hoofdlijnen'.
Al deze rapporten en communiqués vormen een goed vertrekpunt voor een verdere analyse
en een maatschappelijk debat over de overstromingen. Zo'n debat is nodig omwille van
de omvang van de schade (de duizenden getroffenen) en de vrees voor nieuwe grote
overstromingen als geen daadkrachtige maatregelen worden genomen.
Daarbij moet absolute prioriteit gegeven worden aan de rivierbekkens waar de
overstromingen de grootste schade hebben veroorzaakt en waar overstromingen de laatste
jaren het meest voorkwamen, nl. het Zennebekken stroomopwaarts Brussel en het Denderbekken.
Nu, meer dan 6 maand na de feiten, wordt door burgers, gemeenten en andere overheden
steeds ongeduldiger aangedrongen op duidelijkheid in informatie, analyse en plannen
op korte en langere termijn. Een correcte informatieverstrekking is nodig vanuit
democratische reflex en vanuit het respect voor de rechtsregels. Bij gebrek aan
voldoende, juiste en controleerbare gegevens bestaat bovendien het gevaar dat een
populistische benadering de overhand haalt en men onterecht de oorzaken eenzijdig
bij de 'buren' van over de taal- of regiogrens legt, of bij 'de politiek'.
Lange tijd kon men echter de maatschappelijke discussie over de strategische aanpak
van de overstromingsproblematiek nog niet voeren, omdat men de juiste gegevens en
omstandigheden nog niet kende. Zonder een onderbouwde wetenschappelijke analyse met
correcte, vrij beschikbare en controleerbare gegevens is een grondige en zinvolle
discussie immers niet mogelijk.
Ondertussen hebben verschillende overheidsinstanties -
getuigen de rapporten en communiqués - , organisaties, politici en geïnteresseerde
burgers en comités al intensief data verzameld en geanalyseerd, weliswaar meestal los
van elkaar en zonder veel onderlinge samenhang. Nu ook enkele officiële rapporten
gepubliceerd werden, moet het toch mogelijk zijn om op korte termijn conclusies te
trekken over de oorzaken en een stevig plan en actieprogramma op te bouwen om
herhaling van de dramatische gebeurtenissen te vermijden.
Het langdurig stilzwijgen (tot voor kort) van de verschillende betrokken instanties
is mogelijk niet alleen te wijten aan het wachten op een volledig overzicht van de
relevante feiten en hun samenhang alvorens publiek naar buiten te treden, maar heeft
misschien ook met andere overwegingen te maken.
Coördinatie Zenne ziet bijvoorbeeld enkele gevoelige punten:
- Bij voorvallen als deze zware overstromingen speelt het aspect van de
juridische aansprakelijkheid en de daaraan gekoppelde mogelijke schadevergoedingen
een niet verwaarloosbare rol. Dat kan voor de betrokken diensten een reden zijn om
bedachtzaam om te springen met het verstrekken van gegevens aan derden of met het
openbaar maken ervan.
- De problematiek van de overstromingen heeft ook een interregionale dimensie.
Het water bekommert zich niet om grenzen en gedraagt zich in wezen als één bekkensysteem.
Het beheer van dit bekken gebeurt daarentegen in de praktijk door een veelvoud van
afzonderlijk opererende waterweg- en waterloopbeheerders. Tussen die beheerders is
de afstemming niet altijd voldoende. Soms begrijpen ze elkaar niet, omdat ze andere
beheers- en communicatiesystemen gebruiken, andere prioriteiten hanteren en/of op
crisismomenten (bijvoorbeeld 's nachts in het weekend) onvoldoende met mekaar kunnen
overleggen over wat moet gebeuren.
- In heel grote mate zijn de gewestregeringen voor hun beoordeling van de
oorzaken, omstandigheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot de overstromingen
afhankelijk van de gegevens, het rapport en de analyse die hen door de betrokken
waterbeheerders werden/worden ter beschikking gesteld. Daarom lijkt het zeer zinvol dat
naast deze waardevolle rapportering en verslaggeving door de betrokken beheerders, ook
een parallel en volledig onafhankelijk onderzoek zou gebeuren om voor de toekomst de
juiste beslissingen te kunnen nemen.
Ook Coördinatie
Zenne heeft zich in de problematiek van de overstromingen verdiept en wil nu met
publicaties, terreinbezoeken en studiebijeenkomsten de maatschappelijke discussie
aanwakkeren en verrijken. De presentaties en analyses die daarvoor werden voorbereid
zijn gebaseerd op de rapporten en perscommuniqués van de bevoegde instanties, zoals
het Waterbouwkundig Laboratorium, de waterwegbeheerders:
Waterwegen en Zeekanaal nv en de Haven
van Brussel, het bekkensecretariaat en Contrat de Rivière Senne, aangevuld met
vaststellingen, beeldmateriaal en getuigenissen van betrokken burgers en eigen waarnemingen
en studieresultaten. Zo wordt er ook samen met Grenzeloze Schelde - Escaut sans
Frontières intensief gewerkt rond de waterproblematiek in de Dendervallei en wordt
er een dossier opgebouwd met betrekking tot de algemene oorzaken, instrumenten en
oplossingen met betrekking tot de overstromingen (binnenkort online op
www.grenzelozeschelde.org).
Coördinatie Zenne
1 Met het 'Zennekanaal' wordt de volledige waterweg bedoeld waarmee de Zenne direct verbonden
is. Het 'Zennekanaal' passeert Seneffe, Ronquières, Tubize, Halle, Beersel, Sint-Pieters-Leeuw, Anderlecht, Sint-Jans-Molenbeek, Brussel (onder de naam Kanaal Charleroi-Brussel) en ook
Vilvoorde, Grimbergen, Zemst, Kapelle-op-den-Bos en Willebroek (onder de naam Zeekanaal Brussel-Zeeschelde) en mondt ter hoogte van Wintam uit in de Schelde.
2 Broeckx, L.; Deschamps, M.; D'Haeseleer, E.; Vanneuville, W.; Viaene, P.; Van Eerdenbrugh, K.; Mostaert, F. (2011). Wasgebeurtenissen 11-16 november 2010: Beschrijving hydrologische gebeurtenissen. Versie2_0. WL Rapporten, 738_03. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen, België
Meer info:
Bekkenvoortgangsrapport 2010
|
|