Is deze mail onleesbaar, klik dan hier. Pour la version française, cliquez ici.


CoZ-CoS - GS-ESF

Drie jaar na de grote overstromingen van november 2010

Komen de ‘traditioneel’ getroffenen van de overstromingen langs
Dender en Zenne deze winter door zonder nieuwe waterellende?

Klik op de cartoons om ze te vergroten of af te drukken

verjaardag Meeste slachtoffers in Dender- en Zennebekken
In november 2010 kreeg België af te rekenen met dramatische overstromingen. Duizenden mensen werden getroffen. De schade bedroeg 46 miljoen euro.
Vooral de Zennevallei tussen Rebecq, Tubize, Halle, Beersel, Sint-Pieters-Leeuw, Drogenbos en Anderlecht en de vallei van de Dender tussen Lessines, Geraardsbergen, Ninove, Roosdaal, Liedekerke, Denderleeuw en Affligem werden getroffen.
De hoofdwaterlopen zetten niet alleen de laaggelegen natuurgebieden maar ook grote woonkernen en industriezones blank. Zelfs het 'Zennekanaal', hoger gelegen dan de Zenne en zo genoemd omwille van de vele waterverbindingen met de Zenne en haar bijrivieren, overstroomde over een lengte van bijna 15 km.
De laatste 20 jaar overstromen de 'regenrivieren' Dender en Zenne en hun bijrivieren elke 3 à 4 jaar, gelukkig niet altijd met even ernstige gevolgen als in november 2010.
In december 2012, de natste decembermaand in decennia, ontsnapten Zenne- en Denderstreek op het nippertje aan een nieuw overstromingsdrama.

Klimaatwijziging en verstedelijkingsdruk
De verhoogde frequentie van de winterse wateroverlast die grote schade veroorzaakt, is het gevolg van onder meer de sterke verstedelijking van deze riviervalleien en de klimaatwijziging, die niet enkel intensere regenperiodes met zich meebrengt, maar ook de zeespiegel laat stijgen. Zowel Zenne, 'Zennekanaal' en Dender zijn voor de waterafvoer aan hun monding afhankelijk van het waterpeil in de tijgebonden Zeeschelde; een continue evacuatie van water via de getijdenrivieren naar de zee is dus niet altijd mogelijk.

Beheer niet optimaal
De ernst en de frequentie van de overstromingen in Dender- en Zennestreek houden ook verband met de manier waarop deze rivierbekkens beheerd worden.

De bevoegdheden voor en dus ook het beheer van deze gewestgrensoverschrijdende waterlopen zijn sterk versnipperd en op zijn minst is de interregionale afstemming zwak. Vaak hoort men dat ook de samenwerking tussen de verschillende instanties binnen de betrokken gewesten echt beter kan.
En of er een coherente visie en aanpak bestaan op maat van het ganse rivierbekken en of er tussen de bevoegde gewesten echt samengewerkt wordt, blijven ook vraagtekens.

Bovendien is de infrastructuur die de waterafvoer regelt voor de Dender en voor het 'Zennekanaal' tussen Ronquières en Brussel sterk verouderd en steeds minder in staat om tijdens de frequenter voorkomende periodes van grotere watervloed, het water af te voeren zonder dat de overstromingen ernstige schade berokkenen.
Zo zijn de stuwen, essentieel voor de waterafvoer - zeker in periodes wanneer de bodem verzadigd is en de wachtbekkens reeds vol staan, op het 'Zennekanaal' ongeveer 70 jaar oud, op de Dender zelfs 140 jaar oud. Inzake infrastructuur voor de waterafvoer kunnen Zenne en 'Zennekanaal' stroomopwaarts Brussel en ook de Dender als 'achtergebleven' worden beschouwd.

Om aan deze waterellende een halt toe te roepen, moeten de problemen allereerst bij de bron aangepakt worden: beter inplannen van nieuwe bebouwing, beperken van negatieve impact van landbouwactiviteiten, regenwater maximaal laten infiltreren daar waar het valt, respect voor natuurlijke overstromingsgebieden, ...
Al die maatregelen zijn gekend en opgenomen in de vele waterbeheerplannen, maar in de praktijk worden ze onvoldoende uitgevoerd of laat de uitvoering erg lang op zich wachten.

Grensoverschrijdende bekkenaanpak moet 'export' van problemen verhinderen
Om overstromingen in de valleien van de Zenne en de Dender drastisch te beperken, moet het waterbeheer ook vastgelegd en uitgevoerd worden op bekkenniveau. Aan de hand van prioriteiten moeten de beschikbare middelen ingezet worden op maat van de vallei.

Het werk en de precieze opdrachten moeten ook verdeeld worden tussen de gewesten.

Wat het Zennebekken betreft, op zich een uiterst artificieel systeem inzake waterbeheersing, vormt die intergewestelijke taakverdeling een essentieel element van de oplossing.
Wallonië, dat het hoogstgelegen deel van het Zennebekken beheert - in een gebied dat nog relatief weinig verstedelijkt is, over veel open ruimte beschikt en reliëfrijk is, moet stroomopwaarts Tubize vooral veel meer water ophouden en bergen. In het Vlaamse en Brusselse gedeelte van de Zennevallei, dat sterk verstedelijkt is en waar het reliëf minder speelt, moet er voor gezorgd worden dat meer water kan afgevoerd worden naar de Schelde in de kritieke periodes.

Die verhoogde afvoer langs de hoofdwaterlopen moet natuurlijk zo verlopen dat de overstromingsrisico's niet worden geëxporteerd naar andere plaatsen. In het verleden werden in de Zennevallei niet zelden bepaalde overstromingsrisico's wél doorgeschoven naar nabijgelegen gebieden.

Zo hadden de historische werken waarbij de Zenne te Brussel werd ingekokerd en onder de grond gestopt en er tezelfdertijd onvoldoende vervangende waterafvoercapaciteit via het kanaal werd gecreëerd, het effect dat in eerste instantie vooral de stroomopwaarts gelegen streek van Halle, Beersel, Sint-Pieters-Leeuw en Drogenbos veel vaker getroffen werden door zware overstromingen van de Zenne. Om die overstromingsproblemen in Halle op te lossen, werd vervolgens het water stroomopwaarts van Halle, nl. te Lembeek, opgehouden door de plaatsing van een nieuwe stuw in de Zenne. Deze stuw liet toe, bij grote aanvoer van water uit Wallonië, het waterpeil van de Zenne stroomopwaarts deze stuw te laten stijgen zodat veel water kon overgeheveld worden van de Zenne naar het kanaal. Deze ingreep had echter als neveneffect dat de overstromingen te Halle zich verder verplaatsten in stroomopwaartse richting en vooral Tubize en omgeving zwaarder gingen treffen.
Omdat de waterafvoercapaciteit van de ingekokerde Zenne te Brussel hoe dan ook niet kan uitgebreid worden, is er in feite geen andere structurele oplossing voor de globale waterafvoer in het systeem Zenne - 'Zennekanaal' dan de afvoercapaciteit van het 'Zennekanaal' sterk te verhogen.

Voor de Dender schuilt er een ernstige bijkomende bedreiging. De werken aan de Waalse stuwen, die een verhoging van de afvoercapaciteit op Waals grondgebied zullen realiseren om vooral Lessines maximaal te vrijwaren van wateroverlast, zijn heel wat verder gevorderd dan de vernieuwing van de stuwen op Vlaams grondgebied. Ook het feit dat er tot op heden geen gelijktijdige vernieuwing van de stuwen op de Dender uitgevoerd / gepland is, vormt op zich een fundamenteel knelpunt, want een vergrote waterafvoer is pas mogelijk vanaf het ogenblik dat de laatste stuw vernieuwd is.

De overstromingen van de hoofdwaterweg in de valleien van Dender en Zenne blijven niet beperkt tot de oevers van deze rivieren, maar zetten zich ook door langs de zijrivieren. Bij hoge waterstand kunnen deze immers niet meer afwateren naar de hoofdrivier. De Bellebeek, zijrivier van de Dender die herhaaldelijk de stationsbuurt van Liedekerke in Vlaanderen blank zet, is daar een voorbeeld van.

Afstelling en communicatie van meetgegevens, waarschuwingssignalen en anticiperende maatregelen bij overstromingsdreiging sterk verbeterd
Inzake metingen en uitwisseling van kennisgegevens voor het nauwkeurig opvolgen van de waterpeilen en afvoersituaties bij dreigend gevaar voor overstromingen viel de laatste jaren een opmerkelijke verbetering te noteren.
Door deze verhoogde beschikbaarheid van meetgegevens konden meer en betere anticiperende maatregelen genomen worden, zoals het sneller stilleggen van de scheepvaart, een tijdelijke verlaging van het waterpeil met versnelde waterafvoer, het voortijdig leegmaken van wachtbekkens om nieuwe bufferruimte te creëren en acuut bedreigde woongebieden te vrijwaren van wateroverlast, enz.

De bewoners van Dender- en Zennestreek eisen prioriteit voor de strijd tegen de overstromingen
De manier waarop de overstromingsproblematiek in Dender- en Zennestreek in de laatste 10 tot 15 jaar werd aangepakt, kan de onrust bij bevolking, plaatselijke en provinciale autoriteiten, maar ook bij vele gewestelijke parlementsleden niet wegnemen.
De zware overstromingen van november 2010 waren de druppel die de spreekwoordelijke emmer deed overlopen.
Steeds luider klinkt de eis voor een meer doeltreffende en prioritaire aanpak van de overstromingsproblematiek, waarbij vooral gefocust wordt op de kwalijke politiek van het steeds opnieuw uitstellen van de noodzakelijke infrastructuurvernieuwingen om de traditioneel geworden winteroverstromingen structureel te stoppen of toch minstens sterk te beperken.

Waar in de periode van 1950 tot 2000 voor bijna alle hoofdwaterwegen van de verschillende rivierbekkens in ons land een opwaardering van de infrastructuur voor waterafvoer en beveiliging van steden en woonzones plaatsgreep, vaak in het kader van verbreding van de waterwegen ten gunste van de scheepvaart, bleven de Denderstreek en de Zennevallei stroomopwaarts Brussel hiervan verstoken.

Meer info en documentatie:
www.coordinatiezenne.be
www.grenzelozeschelde.org

Neem deel aan de activiteitenreeks 'Bescherming tegen overstroming' van Grenzeloze Schelde:
maak kennis met de praktijk van waterbeheersing in de Maasvallei en de aanpak van de kustbescherming langs de Vlaamse kust op zondag 17 respectievelijk maandag 25 november.
Meer info >>


Coördinatie Zenne - Coordination Senne            Grenzeloze Schelde - Escaut sans Frontières
(november 2013)


schade in de gemeenten

Grenzeloze Schelde-Escaut sans Frontières - www.grenzelozeschelde.org - 02 201 08 08
Coördinatie Zenne-Coordination Senne - www.coordinatiezenne.be - 02 206 12 03 / 07
Secretariaat: Akenkaai 2bis - 1000 Brussel



Indien u dit soort informatie niet langer wenst te ontvangen, klik dan hier.
CoZ-CoS Grenzeloze Schelde-Escuat sans Frontières