header  
header GS-ESF facebook
  Zennekrant nr. 18 - maart 2015    
 

Overstromingen in het Zennebekken

Al sinds mensenheugenis zijn er overstromingen in het Zennebekken. De recente overstromingen van 2010 en 2014 zijn zeker geen uniek fenomeen.

afb. 1: De kronkelende Zenne ten zuiden van Brussel
afb. 2: De kaart uit 1554 door Jacob van Deventer
(Koninklijke Bibliotheek van België)
afb. 3: De 'Grote Sluis' uit 1871, nu een restaurant
afb. 4: Plan van Brussel uit 1880, waarop men ten westen
van de Vijfhoek de 'Zavelzenne' (Petite Senne) opmerkt
(bron: Wikipedia)
afb. 5: Spoorwegbrug in Anderlecht
afb. 6: Herinnering aan de Zenne bij
het Sint-Goriksplein in Brussel
afb. 7: Afgesloten arm van de Zenne
De rivier

De Zenne ontspringt nabij Soignies 1 en mondt uit in het Zennegat bij Mechelen. Ze is een sterk meanderende rivier, ongeveer 100 km lang en met een verval van bijna 120 meter 2. In Halle, Brussel en Vilvoorde is de Zenne overwelfd. Aangezien de Zenne een regenrivier is, is haar debiet sterk afhankelijk van de neerslag. (afbeelding 1)

Op de oude kaarten van Brabant en Brussel, zoals de kaarten van Jacob van Deventer uit de 16de eeuw 3, ziet men dat de Zenne een erg kronkelende rivier is met links en rechts van de bedding een brede strook natte beemden. De kernen van de meeste dorpen en steden liggen net buiten deze beemden, maar delen van Brussel, Halle en Vilvoorde liggen wel degelijk in deze natte zones en waren dus altijd al gevoelig voor overstromingen. (afbeelding 2)


Sluizen bewaken - 17de eeuw

In 1658 maakt de ingenieur van de stad Brussel 4 een verslag van de voorbije overstromingen en stelt hij verschillende verbeteringen voor. Hij pleit vooral voor een beter beheer van de sluizen in de stadsomwalling 5. Blijkbaar 'vergeet' men de sluizen wel eens te sluiten als het hoog water wordt 6. Daarom stelt hij voor de sluizen permanent te bewaken en ze bij hoog water te sluiten zodat het teveel aan water in de stadsgracht extra-muros ten westen van de Vijfhoek zou terechtkomen. De stadswallen zouden dan als dijk dienen om het hoge water tegen te houden.


De Zavelzenne voor extra afvoer - 18de eeuw

Uiteindelijk blijkt de afvoer via de westelijke stadsgracht onvoldoende en in de 18de eeuw wordt een bijkomend afvoerkanaal gegraven op het grondgebied van (het huidige) Anderlecht en Molenbeek, de zgn. ‘Zavelzenne’, later ook ‘Kleine Zenne’ genoemd. Deze omleiding ging ter hoogte van de Lakenbrug met een sifon onder het kanaal door terug naar de Zenne. Later werd de Zavelzenne nog doorgetrokken naar Neder-Over-Heembeek om daar, ook weer onder het kanaal door, in de Zenne uit te monden. (afbeelding 4)

Vanaf 1818 wordt de Brusselse omwalling afgebroken om daar de brede lanen van de ‘Kleine Ring’ aan te leggen waardoor de lager gelegen delen van Brussel opnieuw last hebben van overstromingen. Bovendien verzandt de Zenne in het centrum van Brussel steeds meer waardoor er ook opstuwingen zijn en bij gevolg ook regelmatig overstromingen in Anderlecht, vooral Kuregem, en Molenbeek.


Inventaris van wat fout loopt - 19de eeuw

In de winter van 1838-1839 zijn er weer eens ernstige overstromingen in het gehele benedenbekken van de Zenne 7. De minister van Openbare Werken, J.-B. Nothomb, richt als antwoord een commissie op om de oorzaak van deze overstromingen te onderzoeken en verbeteringen voor te stellen. Een werkgroep onder de leiding van J.-B. Vifquain 8, hoofdinspecteur van bruggen en wegen van het Ministerie van Openbare Werken, stapt nagenoeg langsheen de volledige loop van de Zenne tussen Lembeek en de monding in het Zennegat en maakt een lijst op van de verschillende werken die nodig zouden zijn om de afvoer te verbeteren.

Uit dit rapport blijkt 9:
  • dat de natuurlijke afvoer van de Zenne op veel plaatsen belemmerd wordt door vernauwingen zoals bruggen met te weinig doorlaatopening (afbeelding 5), molens die het water te veel opstuwen, sifons en aquaducten met een te kleine capaciteit;
  • dat door recente ophogingen, zoals voor het nieuwe spoorwegnet, de natuurlijke waterafvoer via de natte beemden gestremd wordt (met name rond Zemst);
  • dat de recente aanleg van het Kanaal Charleroi-Brussel ook de afvoer beperkt aan de zuidzijde van de Vijfhoek omdat er geen overstort van de Zenne naar dit kanaal 10 voorzien is, de westelijke omleiding via de Zavelzenne te weinig afvoercapaciteit heeft (sifon onder het kanaal, bruggen, molens) en de stadsgracht niet meer beschikbaar is voor waterberging11;
  • dat de stad Brussel zich verzet tegen een overstort naar de Willebroekse Vaart omdat zo'n overstort dit kanaal zou verzanden, waardoor de stad kostbare baggerwerken zou moeten laten uitvoeren 12.
Wij weten niet of al de voorgestelde verbeterings-werken wel effectief uitgevoerd werden, want in de jaren nadien zijn er nog regelmatig overstromingen, zowel in Brussel zelf als ten zuiden en ten noorden van die stad. Wel heeft de staat in 1840 de privéconcessie voor het Kanaal Charleroi-Brussel afgekocht, waardoor de overheid meer mogelijkheden kreeg voor een gecoördineerd waterbeheer ten zuiden van Brussel.


Overwelving van de Zenne

In het lager gelegen deel van Brussel dateert de laatste grote overstroming van 1860. Omdat het water van de Zenne toen meer en meer vervuild was, ging ze gepaard met een uitbraak van cholera met meer dan 3.500 doden. Om onder meer dergelijke epidemieën te vermijden, wordt tussen 1866 tot 1871 de Zenne in Brussel - waar nu de centrale lanen zijn - uiteindelijk overwelfd en rechtgetrokken 13, dit op initiatief van burgemeester Anspach, volgens plannen van T. F. Suys. (afbeelding 6)

Sindsdien kon de Zenne sneller door Brussel stromen en dit had dan weer meer overstromingen ten noorden van de stad, in Vilvoorde en in Zemst 14, tot gevolg. Daarom en ook omwille van de geurhinder van het vervuilde water wordt de Zenne in Vilvoorde gedeeltelijk overwelfd. Ook wordt de Zenne geleidelijk aan rechtgetrokken. Een aantal meanders wordt afgesneden - een aandachtige wandelaar zal in het natuurgebied de ‘Dorent’ tussen Vilvoorde en Zemst de oude meanders van de Zenne nog in het landschap kunnen bespeuren - en in 1935 wordt tussen Weerde en Zemst een ‘Nieuwe Zenne’ gegraven. (afbeelding 7)


afb. 8: Anderlechtse poort (vroeger Riolenmuseum),
met toegang tot de kokers van de Zenne
afb. 9: Overstort van de Zenne naar het Kanaal
in Anderlecht
afb. 10: Rechtstreekse afvoer in de Zenne
(riool of regenwater?)
Nieuwe collectoren

In Anderlecht, Sint-Gillis en Molenbeek blijven er nog regelmatig problemen omdat de afvoercapaciteit van de overwelfde Zenne via de centrale lanen te klein is en ondertussen ook de Zavelzenne via Anderlecht en Molenbeek grotendeels verdwenen is 15. Daarom wordt er vanaf 1920 een nieuwe dubbele collector gebouwd, ditmaal onder de lanen van de ‘Kleine Ring’ aan de westzijde van de Vijfhoek. Deze kokers worden in 1955 in gebruik genomen en later ook nog verlengd zowel zuid- als noordwaarts, zodat de Zenne in het Brussels Gewest nu over een afstand van ongeveer 9 km overwelfd is. (afbeelding 8)


Overstorten ten zuiden van Brussel

Maar ook ten zuiden van Brussel is het niet gedaan met de overstromingen 16. Bij de verbreding van het Kanaal Charleroi-Brussel, in de periode tussen de twee wereldoorlogen en kort erna, worden daarom overstorten aangelegd in onder andere Lembeek en Anderlecht. Op die manier kunnen de kanalen bij hoogwater op de Zenne als stormbekken functioneren 17. De overstorten van Lembeek en Anderlecht, zijn in de jaren ’50 gebouwd, het overstort van de Zavelzenne bij de Lakenbrug dateert al uit de jaren ’20 van de vorige eeuw. (afbeelding 9)


Nog altijd overstromingen…

Onder druk van de bevolkingsgroei en de toenemende verstedelijking is het landschap in de Zennevallei sinds al die werken enorm veranderd. Veel oppervlak is verhard waardoor het water niet meer in de grond kan dringen en rechtstreeks afstroomt naar de riolen. Dit rioolwater komt - nu gelukkig meestal na zuivering - weer (te) snel in de Zenne en haar zijbeken terecht waardoor de overstromingen met steeds grotere regelmaat terugkomen. (afbeelding 10)
De grote overstromingen van november 2010 liggen nog vers in het geheugen omdat toen niet alleen de Zenne maar ook het kanaal overstroomde.

In de benedenloop van de Zenne zijn dus al sinds mensenheugenis overstromingen. In de 19de eeuw werden deze overstromingen nog erger door het graven van het kanaal en de overwelving in Brussel. Later is men de verscheidene waterwegen toch meer als een geheel gaan beschouwen en dient het kanaal nu ook als stormwaterbekken. Maar overstromingen zijn er nog altijd en er zullen in de toekomst nog werken nodig zijn, zowel om de directe afstroming van regenwater naar de riolen te vermijden als om de afvoer- en bergingscapaciteit van rivier en kanaal te verhogen.


Johan Burgers, kanaalgids

Geraadpleegde publicaties:
- 'Inondations de la Vallée de la Senne'; rapport van april 1840 van speciale commissie opgericht op 7 maart 1839 door de Minister van Openbare Werken.
- '175 jaar Kanaal naar Charleroi'; brochure uitgegeven in 2007 door de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige kring van Halle & Heemkundig genootschap van Beersel & Werkgroep voor Streek- en Volkskunde van Sint-Pieters-Leeuw.
- 'Zemst, Zot van de Zenne'; brochure uitgegeven in 2010 door de Gemeente Zemst.
- 'La Senne de la Source au Confluent' door Thierry Demey, uitgegeven in 2011 door de Guides Badaux.
- Dossier 'Overstromingen' - www.coordinatiezenne.be


1 In de Nederlandse vertaling van Soignies, Zinnik, hoort men nog het verband met de Zenne, vroeger ook Sinne of Zinne genoemd. Vandaar dat een inwoner van Brussel ook wel Zinneke wordt genoemd.
2 De gemiddelde hellingsgraad van de Zenne is dus ongeveer 1,2‰; ter vergelijking, de Schelde heeft maar een gemiddelde hellingsgraad van ongeveer 0,3‰
3 Koninklijke Bibliotheek: ‘Brabantiae Germaniae Inferioris nobilissimae provinciae descriptio’ en ‘Atlas des villes des Pays-Bas’ door Jacob van Deventer periode 1550-1570.
4 Archieven van de stad Brussel: ingenieur Michel Florencio Van Langeren: "wezende myn voornemen te beletten dat er noyt gheen Sinne-water meer op de straeten in de huysen ofte in de kelders soude komen..."
5 Deze sluizen lagen in de stadsomwalling, ongeveer waar zich nu, op de Poincarélaan n°77, de "Grote Sluis" bevindt. Dit sluizencomplex werd gebouwd door T-F Suys ten behoeve van de eerste overwelving van de Zenne: 1866-1871; na de nieuwe overwelving in de jaren 1950 werd dit sluizencomplex buiten gebruik gesteld. (afbeelding 3)
6 Het kan ook zijn dat men de sluizen niet sluit om te zorgen dat er in de stad voldoende water binnenkomt voor de werking van de molens.
7 Benedenbekken: van Clabecq tot aan het Zennegat.
8 J-B. Vifquain 1789-1854 is onder meer de ontwerper van de lanen op de ‘Kleine Ring’ na afbraak van de vroegere tweede omwalling van Brussel (1818) en ook die van het Kanaal Charleroi-Brussel (1832).
9 Ministère des Travaux Publics; ‘Inondations de la Vallée de la Senne’ eindrapport van april 1840
10 Het kanaal naar Charleroi is op dat moment nog een privédomein.
11 Ten westen van de Vijfhoek maakt het Kanaal Charleroi-Brussel gebruik van de vroegere stadsgracht die vroeger ook als stormwaterbekken kon dienen.
12 De stad Brussel is eigenaar van de Willebroekse vaart.
13 Centrale lanen: Lemonnier-Anspach-Brouckère-Jacqmain.
14 Alleen al in Zemst zijn er in de 19de eeuw overstromingen in 1816-1820-1829-1835-1838-1839-1850-1872-1875-1877-1878-1879-1880-1882-1883-1891-1893 en 1894 (cf. publicatie: ‘Zemst, zot van de Zenne’ door Gemeentebestuur van Zemst, 2010)
15 De Zavelzenne of Kleine Zenne wordt door de verstedelijking geleidelijk aan opgenomen in het stedelijk rioleringsstelsel.
16 Alleen al in Halle noteert men belangrijke overstromingen in 1839, 1844, 1850, 1916, 1925, 1926 (cf. brochure ‘175 jaar Kanaal naar Charleroi’ uitgegeven door o.a. Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige kring van Halle, 2007).
17 Zowel naar het Kanaal Charleroi-Brussel als naar het Zeekanaal Brussel-Schelde. Door de verbindingen tussen de Zenne en die 2 kanalen is er een tendens om deze voortaan Zennekanaal te noemen.


 
Terug naar de inhoudsopgave >