Coördinatie Zenne: Zennekrant 11 - april 2011
ZENNEBEKKEN: De Zennebeemden:
hoogstammen en kwelzones langs een meanderende Zenne

Op de grens van Beersel en Sint-Pieters-Leeuw (meer bepaald deelgemeente Ruisbroek) baant de Zenne zich sinds mensenheugenis een meanderende weg in het mooi, kleinschalig landschap aan beide zijden van de autosnelweg. Het is zonder meer een historisch landschap, op een steenworp van het imposante en grotendeels authentieke kasteel van Beersel dat nog steeds voorwerp is van ingrijpende restauratiewerken, maar dat je nog steeds kunt gaan bezoeken - een aanrader! Meer informatie vind je via deze link. Je herkent er nog vele bouwelementen uit de vijftiende en zeventiende eeuw, een redelijk unicum in Vlaanderen.

De streek is al heel lang bekend om haar hoogstam-boomgaarden en daar vind je nog mooie, soms heel oude restanten van terug. Als je omstreeks april gaat wandelen, haal je de fruitbomen er zo uit omdat ze dan mooi in bloei staan. Als je het traject Lotsestraat-Puttestraat-spoorweg-Zennedreef-Konijnenberg-Weidestraat-Diepenbeemd-Zennebeemden-Langestraat-Lotsestraat volgt, heb je ze allemaal gezien. Toch heeft de moderne tijd ook hier zijn sporen achtergelaten, want pal in de vallei ligt een laagstamaanplanting die het authentieke karakter enigszins doorbreekt.

Als je over de vallei uitkijkt van op de Konijnenberg, die vijftig meter boven de omgeving uittorent, heb je vooral in de winter mooie vergezichten omdat je dan door de valleibomen kunt kijken. Deze 'heuvel' is een oude, zanderige stootoever van de Zenne, zoals je die bijvoorbeeld ook vindt in het domein Ter Tommen ('De Borgt') in Grimbergen, eveneens in de Zennevallei. In beide gevallen kun je heel goed zien dat de waterloop zich in de loop der lange tijden een paar honderd meter naar het westen heeft verplaatst.

De waterkwaliteit is er de jongste tijd overal goed op vooruit gegaan, maar echt zuiver is de Zenne nog lang niet.
Lees meer >>
Lees ook ‘Hoe is het nu gesteld met de waterkwaliteit van de Zenne en het Zennekanaal?’ >>


Eens er een goede waterkwaliteit is, kan de meanderende Zenne - die hier nooit is rechtgetrokken - volop haar rol spelen als natuurlijke waterloop en uitgelezen biotoop voor natuurontwikkeling. Samen met een bestemming als reserveopvangbekken zou ook hier natuurlijkheid en veiligheid succesvol kunnen samengaan (zie verder) zoals dat nu onder meer het geval is in de Doode Bemde ten zuiden van Leuven.

In 2007 ving het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) ter hoogte van Drogenbos, dus iets meer stroomafwaarts, honderden driedoornige stekelbaarzen, samen met tiendoornige stekelbaars, blankvoorn, blauwbandgrondel en riviergrondel. Dat zijn allemaal soorten die een redelijke watervervuiling kunnen verdragen en dus niet zo'n grote eisen stellen aan hun leefomgeving. Dat waren wel al veel meer soorten dan in 2002, toen zo goed als geen enkele vis in de netten belandde. In dat jaar vond het INBO echter wel al grote hoeveelheden zeelt, paling, kolblei, giebel en snoekbaars op het Kanaal Charleroi-Brussel, een paar kilometer verwijderd van de bemonsteringsplaats in de Zenne. De waterkwaliteit van het kanaal blijft sindsdien min of meer stabiel, met nog een lichte tendens tot verbetering. De Zenne gaat er dan wel meer op vooruit, maar ze komt dan ook van een slechtere toestand uit het begin van de jaren 2000.



Langs de Zenneoever is de canadapopulier de dominante boomsoort. Hij is er aangeplant door de mens om de oever te versterken en om de aangrenzende weiden en graslanden wat sneller dan normaal droog te maken. Als je weet dat één populier in de zomer ongeveer honderd tot honderdvijftig liter water verdampt, weet je het wel. De oude en inheemse zwarte populier en trilpopulier zijn inmiddels uit het landschap verdwenen. De canadapopulier betekent dus een verschraling van de boomsoorten die hier vroeger stonden, temeer omdat ooit talloze wilgen en zwarte elzen de vallei, en zeker de Zenneboorden, sierden. De introductie van de 'nieuwe' populieren dateert zowat vanuit de negentiende eeuw omdat het een economisch interessante soort was. Hij groeide sneller, had een rechtere stam en was oorspronkelijk minder vatbaar voor allerlei ziekten. Intussen is zijn glorietijd wat voorbij, maar hier vind je hem dus nog veel terug in de vallei.

De vorm van deze vallei kun je heel goed vatten als je op de 'Zennebeemden' stapt, vanaf de houten brug opgedragen aan de al twintig jaar geleden overleden Jaak Deblander, eerste voorzitter van Zenne en Zoniën, richting zuiden (Kasteel van Beersel). Je ziet de helling links geleidelijk opklimmen naar het oosten, tot de bewoonde wereld. Op sommige plaatsen zie je sporen van kleine waterloopjes of natte plekken, het zijn bronnetjes of kwelzones waar het water aan de oppervlakte komt en geleidelijk afspoelt naar de rivier. Rechts van het wandelpad ligt de eigenlijke valleikom, met hier en daar wat grotere kwelplekken. Dat zie je onder meer aan de moerassige vegetatie van russen, biezen en zegges die het daar naar hun zin hebben. De infiltratiegebieden, waar de regen in de grond dringt, liggen verder weg naar het oosten, soms tot achter de bewoonde wereld. Op die manier is nog een groot deel van het authentieke valleisysteem intact gebleven en zou men het verder moeten koesteren, documenteren en, waarom niet, accentueren.

De vooroorlogse overstromingen die zo typisch waren voor dit systeem zijn inmiddels kleiner van omvang, maar de waterbergingscapaciteit is er nog steeds. Mits een goede inrichting van de Zennebeemden als opvangbekken zou men stroomafwaarts wateroverlast kunnen voorkomen.
Lees meer >>

Herman Dierickx - Natuurpunt

Weldra laat Coördinatie Zenne u de Zennebeemden ontdekken met een nieuwe wandelfolder, waarmee u het mooie gebied zelf kan verkennen. Vanaf de zomer zullen er begeleide wandelingen georganiseerd worden. We houden u op de hoogte!

Terug naar de inhoud >>