Coördinatie Zenne: Zennekrant 11 - april 2011
ZENNEBEKKEN: Hoe is het nu gesteld met de waterkwaliteit
van de Zenne en het Zennekanaal?

Voor de Zenne (uitgezonderd de Getijdenzenne) betreft het gegevens van 2010; voor de overige waterlichamen gaat het om de evaluatie van de eerste monitoringcyclus (2007-2009).

Enkel de voor het waterlichaam relevante kwaliteitselementen worden bepaald. In zoete getijdewateren is fytobenthos volgens de Kaderrichtlijn Water geen relevant kwaliteitselement, terwijl in de kanalen de macrofyten niet relevant zijn (omwille van de oeververdediging, de te grote diepte en beschadigingen en troebelheid veroorzaakt door het scheepvaartverkeer). Hoewel fytoplankton voor grote rivieren - en zeker voor kanalen - een relevant kwaliteitselement is, is er nog geen geschikte beoordelingsmethode voor stromende wateren. Enkel voor de Getijdenzenne kon dit kwaliteitselement dus beoordeeld worden.

Naargelang het kwaliteitselement scoren de drie waterlichamen van de Zenne ontoereikend of slecht. Omdat de uiteindelijke beoordeling van de biologische kwaliteit steeds gebaseerd is op het slechtste kwaliteitselement (het zogenaamde ‘one out, alle out’ principe), scoren de drie waterlichamen uiteindelijk in de klasse slecht. Opvallend is dat het fytoplankton in de Getijdezenne matig scoort en zelfs bijna goed.12

Het Kanaal Charleroi-Brussel scoort ontoereikend; doorslaggevend is hier de visindex, die net niet tot de matige klasse behoort. Macro-invertebraten en fytobenthos scoren in dit waterlichaam matig.

Het Zeekanaal Brussel-Schelde laat voor de biologie nogal uiteenlopende resultaten zien. Merkwaardig is de goede score voor fytobenthos. Maar de slechte score voor macro-invertebraten geeft hier de doorslag.

Zoals hierboven vermeld, wordt de uiteindelijke ecologische toestand van een waterlichaam bepaald op basis van zowel de biologische kwaliteitselementen als de biologie ondersteunende fysisch-chemische elementen en de specifieke niet-prioritaire polluenten. De slechtst scorende elementen bepalen de uiteindelijke ecologische toestand. Het eindoordeel is ‘ontoereikend’ voor het Kanaal Charleroi-Brussel en ‘slecht’ voor de Zenne en het Zeekanaal Brussel-Schelde wanneer we de specifieke polluenten niet in beschouwing nemen.


12 De grens tussen de klassen matig en goed is een EKC van 0,60, behalve voor de macro-invertebraten waar het 0,70 is.