Coördinatie Zenne: Zennekrant 10 - juli 2010
WALLONIË: Tweede inventarisatie van het deelbekken van de Zenne

In juli 2009 ging de tweede inventarisatie van de waterlopen van het deelbekken van de Zenne van start. Waar staan wij vandaag?

Waarom een tweede inventaris?

Om de drie jaar zijn de Riviercontracten van Wallonië belast met het opmaken van een hydrografische inventaris. Deze inventaris heeft als doel de zwarte zones van de waterlopen aan het licht te brengen zodat nodige acties kunnen bepaald worden. Het gaat om een momentopname van de huidige situatie, vandaar het belang dat de plaatsbeschrijvingen hernieuwd worden. De eerste inventaris werd uitgevoerd in 2006 en leidde tot het eerste actieprogramma 2007-2010. In 2009 was het ogenblik aangebroken om een tweede inventarisatie op te stellen.

Wie realiseerde de tweede inventaris?

De Coördinatiecel deed een oproep aan diegene die zich voor de eerste inventarisatie hadden ingeschreven. In totaal hebben 86 vrijwilligers van maart 2009 tot maart 2010 de onbevaarbare waterlopen doorkruist. Tijdens de inventarisatiedag in februari hebben 21 vrijwilligers het oude kanaal Charleroi-Brussel doorvaren.

Methodologie

De vrijwilligers kregen een vorming in de inventarismethodologie, die nadien kon worden toegepast op het deelbekken van de Zenne. Voor de zones waar geen vrijwilligers voor beschikbaar waren heeft de Coördinatiecel de inventarisatie op zich genomen.
Zowel de negatieve (degradatie) als de positieve punten (natuurlijk landschap, historisch erfgoed, enz.) langs het traject werden genoteerd. Voor elke observatie werd een fiche ingevuld, foto’s werden genomen en de exacte lokalisatie werd aangeduid. Op basis hiervan werden, samen met de vrijwilligers, een aantal ‘knelpunten’ en ‘vermoedelijke knelpunten’ vastgesteld. Die laatste moeten nog bekrachtigd worden door het Riviercomité en de Algemene vergadering van de vzw.
De ‘knelpunten’ werden voorgelegd aan de verschillende waterloopbeheerders van de gemeenten provincies van het Waals Gewest. De Waterschappen en de intercommunale maatschappijen belast met de afvalwaterzuivering ontvingen een kopie van de knelpunten. Deze documenten konden ook geraadpleegd worden door alle partners van het Riviercontract van de Zenne.
Na het ontvangen van opmerkingen, gegeven door de verschillende geraadpleegde instanties, werd een definitieve lijst opgesteld van ‘prioritaire knelpunten’ die goedgekeurd werd door de partners en officieel bekrachtigd werd tijdens de vergadering van het Comité op 1 juli 2010.

Resultaten van de inventaris: de prioritaire knelpunten worden aan de partners voorgesteld

De resultaten van de inventaris van het oude kanaal (bevaarbare waterloop) zullen voorgesteld en besproken worden met de betrokken partners. 1296 knelpunten werden geselecteerd. In totaal werden 121 gerangschikte onbevaarbare waterlopen onderzocht in 17 van de 19 gemeenten (de enige waterloop in Morlanwez is overwelfd en Courcelles heeft geen gerangschikte waterloop in ons hydrografisch bekken).
Hierna hernemen we de verdeling van de knelpunten voor heel het deelbekken van de Zenne:

De eerste vorm van degradatie (37%) betreft de lozingen van afvalwater in de waterlopen. Een logisch resultaat, aangezien talrijke werken bezig zijn om de rioleringsnetten te vervolledigen in het collectieve saneringsgebied. Omdat de wetgeving geen datum oplegt voor de plaatsing van een IBA is de lozing van afvalwater afkomstig van oude woningen schering en inslag in de saneringsgebieden.
Een tweede vorm van degradatie (14%) betreft de erosie van de oevers, voornamelijk veroorzaakt door het vee. Dit illustreert het landelijk karakter van talrijke gemeenten in het deelbekken.
Daarop volgend (13%) vormen de sluikstorten op de oevers een probleem. Deze bestaan, soms in grote hoeveelheden, dikwijls uit groenafval.
De meest voorkomende invasieve planten (11%) zijn de reuzenbalsemien en de Japanse duizendknoop.
De reuzenberenklauw werd in beperkte mate waargenomen. 7% van de vermoedelijke knelpunten betreft de waterafvoer, 6% opmerkelijke erfgoed dat dient te worden beschermd, 6% afgetakelde kunstwerken (bruggen, sluisdeuren, enz.), 4% de oeverbeschermingen (aanleggen van kunstmatige oevers) en 2% betreft andere vormen van degradatie (verstuiving van onkruidverdelgers, enz.).

Sommige knelpunten waren reeds vermeld tijdens de eerste inventaris. De Coördinatiecel had aldus de gelegenheid om aan te dringen bij de partners met de dringende noodzaak om deze problemen te verhelpen.

Het vervolg

Vanaf augustus zullen verschillende werkgroepen van de partners van het Zenneriviercontract per geografisch gebied bij elkaar komen. Vervolgens zullen acties met het oog op bescherming, herstel en de valorisatie van deze gebieden bij de partners worden voorgesteld. Deze acties, gedeeltelijk gebaseerd op de resultaten van de inventaris, zullen het komend actieprogramma 2011-2013 vormen. Dat zal worden ondertekend op 22 december 2010.

Wordt vervolgd...

Contrat de Rivière de la Senne
www.crsenne.be


Terug naar de inhoud >>